30 procent Limburgse bouw werkt met buitenlanders

Omdat het vinden van personeel en de hoge loonkosten de voornaamste belemmeringen zijn voor de groei van onze bouwbedrijven, neemt nu al een derde zijn toevlucht tot buitenlandse arbeidskrachten. Dat blijkt uit een enquête van Confederatie Bouw Limburg en Voka-Kamer van Koophandel Limburg.

Nu het bouwverlof ten einde loopt, kijken de bedrijven uit de sector redelijk positief vooruit naar de rest van 2011. Volgens de enquête van de Limburgse werkgeversfederaties calculeert 1 op de 2 bouwondernemers voor 2011 een omzetstijging in, en verwacht 40% een toename van de winst. De orderboekjes van de bouwbedrijven zijn op korte en middellange termijn behoorlijk gevuld. Zowat 30% van hen overweegt dan ook om extra personeel in dienst te nemen, maar het vinden van geschikte en betaalbare arbeidskrachten tempert de groei. Meer dan 70% ervaart hierbij het vinden van geschikte arbeidskrachten als problematisch. Ook de hoge loonkosten wegen door (52,8%). Overige significante belemmeringen zijn het tijdig betalen van klanten (38,7%), de algemene economische groei (38,7%), de grondstofprijzen (31,1%) en de weersomstandigheden (28,3%).

De combinatie van beide topantwoorden leidt tot een logische conclusie: zowat een derde van de ondervraagde bedrijven heeft al zijn toevlucht genomen tot de aanwerving van (goedkopere) buitenlandse arbeiders. De economische migranten zijn meestal afkomstig uit Oost-Europa (54,8%), maar vaak ook uit buurlanden (29%) of uit andere EU-landen (29%).

Voka en de Confederatie Bouw vinden dat de politiek een faciliterende oplossing voor de personeelsproblematiek moet aanreiken.