Ik kom uit een familie van bankiers. De vaccinatiegerechtigde leeftijd spreekt me soms nog aan als de zoon van mijn vader, destijds prominent lid van de Generale Bank. Mijn herinnering gaat terug naar mijn eerste eigen rekening: meer dan een gratis sporttas was er niet nodig om apetrots een inderhaast uitgevonden handtekening te zetten onder een 12/21-contract, zoals dat heette. Fier! Wat ik me nog herinner: bankiers, dat waren mannen van het volk. Kantoordirecteurs die na de uren bij de lokale middenstand thuis langsgingen om cheques en cash op te halen. Met plezier dronken ze een borrel mee. Om nog snel een verzekering te verpatsen en schijnbaar heel even moeilijk te doen over het toestaan van een lening, die ze “na zwaar onderhandelen met de bazen in Brussel” gelukkig toch nog mochten toekennen. Commerçanten rond de kerktoren. Hoe socialer ze waren, hoe beter hun winkel draaide. Banken waren bondgenoten.
Vandaag is dat het tegenovergestelde. De grenzen worden telkens verlegd: hoe kunnen ze nóg asocialer worden en toch hun targets binnenhalen? Hoe kunnen ze nog meer op de kosten besparen en tegelijk zoveel mogelijk dividenden versluizen? Hun strategie wordt zelfs niet verhuld: “Ondernemers hebben ons nodig en moeten naar onze pijpen dansen, niet andersom.” De klant is al lang niet meer de koning, maar de voetveeg, die dankbaar op zijn knieën moet gaan liggen en braafjes moet betalen om mogen geholpen te worden. Een arrogantie die buitenaardse proporties aanneemt. Dat de overheid -wij dus allemaal- de banken boven water hebben gehouden toen ze werden verzwolgen door hun eigen winstbejag, zijn ze inmiddels al lang vergeten. Nee, om over de kredietwaardigheid van ondernemers te oordelen, gaan ze kijken wat er op de spaarboekjes van onze kinderen staat… Schaamteloos! Welgemeend mededogen voor coronaslachtoffers die hun leningen niet kunnen terugbetalen? Vergeet het. Als de verplichting van bescherming door de overheid wegvalt, is het simpel: dokken of dumpen. De enige macht ligt bij de computergegenereerde ratio’s. Ongegeneerd. Ondernemers worden niet meer in hun living opgezocht, maar moeten uren naar een muzak-versie van De Vier Seizoenen luisteren vooraleer ze door een nobele onbekende newbie van het kastje naar de muur worden gestuurd. De tijd dat kinderen fier waren dat hun vader bankier was, is lang voorbij.