pexels-anna-shvets-6250971

Eens goed rammelen, en altijd prijs!

Het is een fenomeen dat al enkele jaren de kop opsteekt, en naar ons aanvoelen nog steeds groter wordt: de stortvloed aan allerlei prijzen en onderscheidingen die onze ondernemingen te beurt valt. Als medium delen we graag mee in de euforie door hier uitvoerig over te berichten. Toch vallen er best wat bedenkingen te maken bij de achtergrond en de beweegredenen van organisatoren én deelnemers. Het is niet al goud wat blinkt op de medaille-uitreikingen…

Eigen inzendingen

Heel wat organisatoren maken het zich gemakkelijk door zelf geen nominaties te doen, en alle inzendingen te accepteren die de deelnemers insturen. Wil je meedingen naar de prijs voor het beste bier, mooiste gebouw of leukste foto, dan kan je gewoon enkele gegevens uploaden of een sample met de post versturen, en klaar. Wat ervan komt is niet altijd belangrijk. Maar wel voldoende om via een persbericht uit te pakken met de vermelding als ‘genomineerde’ voor een ongetwijfeld erg prestigieuze prijs. Dit staat in sterk contrast met de onderscheidingen waar de kandidaat-winnaars door een onafhankelijke en professionele jury worden gekozen uit een zeer breed potentieel.

Eindeloze categorieën
Een veel gebezigde techniek om zoveel mogelijk winnaars aan één wedstrijd te koppelen, is het uitvinden van zoveel mogelijk categorieën. De sector, de grootteorde, de specialisatie, de locatie,… haast alles is goed om verdere onderverdelingen te maken en zo quasi alle inzendingen op het podium te loodsen. Niet zelden worden er in bepaalde categorieën alleen de hoofdwinnaars bekendgemaakt, precies omdat de niche zo klein is dat er geen 3 of 5 valabele deelnemers voor gevonden zijn. Dus: hoe meer categorieën, hoe minder waardevol de prijs. Wat niet wegneemt dat er (op internationaal vlak) ook wel prestigieuze onderscheidingen met een breed deelnemersveld in specifieke onderverdelingen te rapen vallen.

Kleine doelgroep, kleine winnaar
Een andere domper op de feestvreugde zijn de beperkingen die de organisatie zelf doorvoert. Prijzen voor de dealer van het jaar voor een bepaald merk, de sterkste groeier in een specifieke provincie, de klantvriendelijkste medewerker of meest innovatieve start-up in een vakgebied: ze limiteren het deelnemersveld, met het risico onder een kritische massa te zakken die nodig is om een representatieve winnaar aan te duiden. En dan stelt zo’n prijs natuurlijk weinig voor.

Big business
Meedoen aan een wedstrijd is vaak niet vrijblijvend. Een aantal organisatoren hebben een heus businessmodel ontwikkeld waarbij je moet betalen om in aanmerking te komen voor een prijs. Als return voor het inschrijvingsgeld krijg je soms wat promomateriaal toegestopt of een rapport van een mystery shopper, maar veel materiële return is er doorgaans niet. Het gebeurt ook dat je verplicht bent om een vast pakket aan (dure) tickets te kopen voor het gala van de uitreiking. Diverse organisaties hebben dan ook hun core business gemaakt van het opzetten van allerlei verkiezingen, onderscheidingen, competities, kwaliteitsbeoordelingen, enzovoort. Een puur commercieel gegeven dat de waarde van de toegekende medailles stevig uitholt.

Publieksprijzen
Een aantal van de wedstrijden zijn gewoon een populariteitsmeting bij het grote publiek. Iedereen kan (vaak in ruil voor zijn persoonsgegevens) een ‘stem’ uitbrengen op zijn favoriete product, dienst of bedrijf. Uiteraard zegt het resultaat niets over de kwaliteit of de waarde van de inzending, maar over de kwantiteit die de genomineerden gemobiliseerd krijgen om hen een steuntje in de rug te geven. Zelfs bij live votings is de publieksprijs meestal een troostprijs voor ‘mister sympathico’ die het op basis van de serieuze criteria moest afleggen tegen de échte winnaar.

Criteria à tête du client
Zoals dat ook bij aanbestedingen het geval is, worden er bij tal van wedstrijden subjectieve criteria ingebouwd om de beoordeling te kunnen sturen. Ledenorganisaties zullen niemand laten winnen die niet tot de club behoort. Commerciële entiteiten zullen ongetwijfeld rekening houden met de betaalde inschrijvingsgelden of sponsoring. En nog een hele rits andere drogredenen worden uit de hoed worden getoverd om te zorgen dat de erelijst uitsluitend referenties bevat die in het kraam passen en waar door externen naar opgekeken wordt.

“Vak”-jury?
Bij de gewichtige wedstrijden zijn het echt wel professionals die een goed waardeoordeel over de kandidaten kunnen uitspreken. Professoren en Big 5-consultants worden opgevoerd om de sérieux van selectiecommissie op te vijzelen. Toch kunnen er vaak vragen gesteld worden over de samenstelling van de zogenaamde vakjury’s. De organisatie houdt niet zelden een doorslaggevend percentage van de stemmen in handen om zo te bepalen in welk vak de winnaar moet gezocht worden. En in welk vak niet.

Free publicity

Waarom doen bedrijven dan überhaupt mee aan al die verkiezingen? De fierheid op de geleverde prestaties en dankbaarheid naar de medewerkers zijn de voornaamste en meest legitieme doelen. Daarnaast speelt ook de commerciële waarde van de visibiliteit een belangrijke rol. Media-aandacht vormt niet zelden de hoofdmoot van het prijzenpakket, ook al kunnen organisatoren zoiets nooit spijkerhard beloven (tenzij ze zelf een medium zijn of media-partners hebben met vastgelegde garanties). De free publicity is mooi meegenomen en helpt in de opbouw van het imago. De onderscheidingen worden dan ook door de marketingdiensten gul geëxploiteerd. En dat helpt, bijvoorbeeld om de instroom en retentie van medewerkers levendig te houden.

Conclusie?
Prijzen voor ondernemingen zijn pas waardevol als er voldoende kanshebbers zijn en als de beoordeling objectief verloopt. Over al deze prijsbeesten leest u dagelijks meer op Made in Limburg!