Gutami 759×500

Energiedelen: ook iets voor jouw bedrijf?

Sinds 1 april kan iedereen in Vlaanderen, zowel particulier als bedrijf, zijn zelf geproduceerde groene stroom delen. Hoe gaat dit in zijn werk en wat zijn eventuele beperkingen of aandachtspunten? Marina Doggen van Gutami, een specialist in groene energie, geeft tekst en uitleg. “Energie delen is een interessante formule.”

Om te beginnen zijn er twee manieren om energie te delen. Ten eerste is er de persoon-aan-persoonverkoop, ook bekend als ‘peer-to-peerhandel’. Daarbij kan je je overschot aan zelf geproduceerde groene stroom rechtstreeks aan één andere actieve afnemer verkopen.
Die afnemer kan een particulier zijn, zoals een familielid, buur of vriend. Belangrijk is dat de afnemer ook een rechtspersoon kan zijn, zoals een overheid of onderneming. Wegschenken mag trouwens ook.

De tweede vorm is die van meervoudige persoon-aan-persoonverkoop, ook wel meervoudige meervoudige peer-to-peerhandel genoemd. Dit is als meerdere actieve afnemers een stroomoverschot verkopen of wegschenken aan één en dezelfde actieve afnemer. “Dat mag ook”, weet Marina Doggen van Gutami, een installateur en specialist in groene energie.

Maar het omgekeerde mag niet. “Een actieve afnemer mag zijn stroom niet aan meerdere actieve afnemers verkopen of wegschenken”, beaamt Doggen.

Wat met de inkomsten?

Als je je stroomoverschot verkoopt, is het belangrijk om goede afspraken te maken over de betaling en de prijs, maar gewoon gratis aanbieden kan dus ook. De Vlaamse Overheid stelt in dat kader een modeldocument voor dat je hier kan downloaden.
Met twee zaken moet je wel rekening houden. “Heb je inkomsten uit het delen van energie, dan moet daar als bedrijf wel belastingen op betalen. Voor particulieren is dat niet het geval”, vertelt Doggen. Want als de installatie geheel of gedeeltelijk gebruikt wordt voor het uitoefenen van een zelfstandige beroepsactiviteit, moeten de inkomsten voor het gedeelte van de beroepsactiviteit namelijk ook als (belastbaar) beroepsinkomen opgenomen worden.

En de kosten?

Een ander aandachtspunt zijn de distributiekosten. “Afhankelijk van je distributeur of leverancier moet je deze distributiekosten betalen. Dus dat kijk je best goed na.” Het is bij energiedelen wel niet nodig dat elke betrokkene dezelfde elektriciteitsleverancier heeft.

Overigens kan je ook energiedelen met jezelf. Zo kan je als particulier bijvoorbeeld stroom van je zonnepanelen op je hoofdverblijfplaats ook gebruiken in je buitenverblijf aan zee. Of kan een bedrijf, organisatie of lokaal bestuur energie delen tussen verschillende vestigingen. Dat mogen meer dan twee adressen zijn. “Je kan dus perfect als bedrijf met hoofdvestiging in Limburg de stroom delen met een bijhuis in Oost-Vlaanderen”, licht Marina Doggen toe.

En de restricties en voorwaarden?

Bedrijven in Vlaanderen – van kmo’s tot grote ondernemingen – komen dus ook in aanmerking voor energiedelen, maar zolang dat niet de belangrijkste commerciële of professionele activiteit is. Uiteraard moet elke betrokkene zijn aangesloten op het elektriciteitsnet, maar ook beschikken over een digitale meter.

De energiedeler moet zich aanmelden via het online klantenportaal van Fluvius, waar ook het systeem en de te nemen stappen toegelicht worden.

Er wordt gewerkt op tijdskwartierbasis: de groene stroom die in een bepaald kwartier opgewekt en in het publieke distributienet van Fluvius wordt geïnjecteerd, kan binnen datzelfde kwartier ter beschikking worden gesteld. “Energiedelen is nog maar recent mogelijk, maar het is zeker een interessante formule, die ook voor bedrijven het overwegen waard is.”