conjunctuur-omhoog-pijl

Feestelijk eindejaar in zicht voor Limburgse economie

De Limburgse economie gaat tegen het eind van dit jaar toch nog verdapperen. Dat zal vooral te danken zijn aan de stevige prestaties in de bouw en de automobielsector. Ook het aantal starters stevent af op een nieuw jaarrecord, zo staat nu al vast. Dat blijkt uit het maandelijkse conjunctuuronderzoek van Voka Limburg.

Toch een beetje een opluchting. Vorige maand leek de Limburgse economie nog af te stevenen op een verzwakking voor het hele jaar 2016. “De krimp die we de voorbije maanden hadden voorspeld voor het jaareinde, kunnen we nu definitief van tafel vegen,” zegt gedelegeerd bestuurder Johann Leten.

Opvallend is dat de autosector sterk presteert. De verkoop van wagens zal dit jaar afsluiten met een extra verkoop van ruim 4.000 personenwagens en meer dan 1.000 bedrijfsvoertuigen.

conjunctuur-omhoog-pijl-1Ook de bouwsector doet zijn duit in het zakje, ondanks de twee tegengestelde tendensen. De niet-residentiële bouw (bedrijfsgebouwen en kantoren) trekt fameus aan de kar, met volumes die ruim verdubbelen (+138%) vergeleken met een jaar eerder. De particuliere bouw (woningen en appartementen) moet echter aan slagkracht inboeten.

Het lopende jaar wordt het beste sinds 2011 wat het aantal starters betreft. Waar 2015 nog werd afgesloten met 5.118 startende ondernemingen, stond eind oktober van dit jaar de teller al op 5.141. De meeste starters zijn terug te vinden in de diensten (33%), in de handel (21%) en de industrie (13%). In de bouw (10%) en horeca (4%) - sectoren die erg gevoeling zijn voor faillissementen - waren er toch ook nog heel wat starters te vinden.

De werkloosheid blijft met een daling van 8% sterk onder het niveau van vorig jaar, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Andere parameters, zoals export en toerisme, dragen momenteel niet bij tot een groei van de Limburgse economie. “Al bij al goed nieuws voor Limburg,” zegt Johann Leten. “We blijven echter voorzichtig voor 2017, want dan verwachten we opnieuw een terugval.”