Geld5e3077a280c83

“Gemeenten mogen kosten niet op bedrijven afwentelen”

Limburgse steden en gemeenten zullen in 2025 zo’n 15 procent meer gemeentebelastingen innen dan in 2018. Ze mogen de stijgende kosten ten gevolge van de inflatie en de energiecrisis niet afwentelen op de bedrijven, vindt werkgeversorganisatie Voka Limburg.

Voka Limburg berekende op basis van de beschikbare meerjarenplannen dat de Limburgse steden en gemeenten in 2025 samen ruim 684,6 miljoen euro aan belastingen zullen innen, een stijging met 15 procent ten opzichte van 2018. Terwijl de gemeentebelastingen in 2019, 2020 en 2021 nagenoeg gelijk bleven, wordt er voor dit en volgende jaren een stijging verwacht.

Ook de steden en gemeenten worden dezer dagen geconfronteerd met stijgende kosten. Zo zijn de energiekosten voor sommige gemeentebesturen verdubbeld en zelfs verdrievoudigd, zo becijferde Voka Limburg. Naast de energiekosten stegen de bouwkosten met 25 procent en ten slotte heeft de indexering van de lonen de personeelskosten met 8 procent doen toenemen. Daarbij komt dat de inkomsten die een gevolg zijn van de stijgende lonen pas volgend jaar geïnd kunnen worden. De impact is zo mogelijk nog groter dan die van de coronapandemie.

Naast de klassieke belastingen zoals de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende personenbelastingen kunnen lokale besturen ook eigen bedrijfsbelastingen heffen. Voka Limburg pleit er nu voor om de bedrijven te vrijwaren van hogere bedrijfsbelastingen.

“Verschillende Limburgse gemeenten voerden sinds het begin van de legislatuur al een verhoging van de belastingen door”, vindt gedelegeerd bestuurder Johann Leten. “Nu ook de meerjarenplannen van andere lokale besturen een stijging voorspellen richting einde van de legislatuur vragen wij de steden en gemeenten om onze ondernemingen niet opnieuw op te zadelen met extra kosten, maar eerder te kijken naar de lopende uitgaven en intensief na te denken over verdere efficiëntieoefeningen, zoals fusies van gemeenten.”

Nieuwe belastingen
De Limburgse bedrijven zijn inmiddels beducht voor nieuwe vormen van belastingen. De meest voorkomende bedrijfsbelastingen zijn de oppervlaktebelasting, belastingen op drijfkracht en belastingen op masten en pylonen, zo luidt het. “Onder andere door deze specifieke bedrijfsbelastingen betaalden ondernemingen in Ham, Maaseik en Pelt sinds het begin van deze legislatuur al gevoelig meer belastingen”, aldus Voka Limburg.

“Wij vrezen dat deze nieuwe oppervlaktebelastingen in de praktijk vaak een duurdere vervanger worden van de bestaande bedrijfsbelastingen”, waarschuwt Leten. “Zo volgen Beringen en vanaf dit jaar ook Maasmechelen, deze trend. Genk introduceerde vorig jaar zelfs een oppervlaktebelasting én een belasting op masten en pylonen zonder een andere bedrijfsbelasting te verminderen.”

Voka Limburg pleit er tegelijk ook voor om investeringsprojecten niet meteen uit te stellen. “Beter is om lopende uitgaven kritisch onder de loep te nemen.” Leten dringt erop aan geen bijkomende belastinginkomsten te gaan halen bij de bedrijven. “In het verleden is men ook al creatief geweest in het bedenken van allerlei bedrijfsbelastingen, maar in deze precaire periode kunnen onze bedrijven extra kosten missen als kiespijn.”