Er is een stevig debat aan de gang over de Vestigingswet, die in 1958 in het leven werd geroepen om ‘de middenstand’ te beschermen tegen oneerlijke concurrentie. “Vandaag belemmert deze wet echter de economische ontwikkeling in Vlaanderen, waardoor een actualisering nodig is”, vindt Vlaams Parlementslid Grete Remen (N-VA).
Aanleiding is een Europese richtlijn die stelt dat wie in het ene EU-land een gereglementeerd beroep mag uitoefenen, dat ook moet kunnen in de andere lidstaten. Gevolg is dat onze oude vestigingswet alléén nog geldt voor Belgen en niet meer voor andere EU-burgers. “Evenwel zal elke EU-burger, die een gereglementeerd beroep uitoefent, moeten blijven voldoen aan de geldende kwaliteits-, veiligheids-, sociale en fiscale regels in het land waar de zaak gevestigd is”, aldus Grete Remen. “Een Vlaamse bakker die zich dus vestigt in de Provence zal de Franse wetten moeten naleven. Net zoals een Poolse kapper die zich in Vlaanderen, Wallonië of Brussel vestigt aan de voorwaarden in ons land moet voldoen.”
In de eerste plaats bieden deze voorwaarden de consument de noodzakelijke kwaliteitsgaranties. “En ze zorgen meteen ook voor een gelijk speelveld voor alle handelaars”, aldus nog Grete Remen. “Want dat buitenlandse ondernemers aan minder regels moeten voldoen, kan absoluut niet de bedoeling zijn.”