Het gaat om de zogenaamde Insteekhaven, waarvan momenteel 35% wordt ingenomen door bedrijven. De structuur van de percelen weerhoudt nieuwe investeerders om zich hier te vestigen. Bovendien was er in het verleden te weinig draagvlak en te veel onduidelijkheid over de mogelijke ontsluitingsvarianten bij de lokale besturen en de buurtbewoners.
Demir en Peeters willen nu een doorbraak forceren. Ze hebben De Vlaamse Waterweg de opdracht gegeven om twee bijkomende ontsluitingsmogelijkheden uit te werken. Eens een finale beslissing genomen, wordt het versnipperd ruimtegebruik tegengegaan en wordt de bedrijfszone geoptimaliseerd voor watergebonden gebruik.
“Stap voor stap willen we in dit dossier vooruitgang boeken”, zegt Vlaams minister van Omgeving, Zuhal Demir. “Limburg beschikt nog over een ruim, actief aanbod van meer dan 600 ha aan bedrijfsgrond, maar daar waar goed gelegen en verantwoorde ontwikkelingen langs de waterweg mogelijk zijn, gaan we geen kansen laten liggen.”
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters, zit op dezelfde lijn: “Het Economisch Netwerk Albertkanaal blijft een uiterst belangrijke schakel in de omslag van het goederentransport naar onze waterwegen. Daarom investeer ik extra in watergebonden infrastructuurprojecten, o.a. in verhoging van de bruggen en de aanleg en renovatie van kaaimuren. Dit alles moet bedrijven stimuleren om te kiezen voor de waterweg.”
Nog plaats genoeg
De ministers verwijzen naar de beschikbaarheid van grote percelen langs het Albertkanaal in Limburg. Dat is onder meer het geval in Genk-Zuid-Kaatsbeek (11 ha watergebonden en 14,5 ha niet watergebonden) en Lanaken (9 ha). Ook op de Lummense Dossche site (7,5 ha) zijn er nog mogelijkheden zodra het terrein niet meer in gebruik is als werfzone voor brugverhogingen. Tot slot besliste de Vlaamse regering om de ontwikkeling van het 90ha groot bedrijventerrein Albertknoop in Lanaken verder te onderzoeken.
