Bart Lodewyckx: “Stel u voor dat een trainer morgen een speler niet van het veld mag halen, omdat die beschermd is. Meer nog, als de trainer hem op de bank zet, riskeert hij een boete. Absurd, zegt u? Dat is nochtans wel het geval op onze arbeidsmarkt. Daar genieten werknemers in bepaalde gevallen een verantwoorde bescherming. Maar moet daarom elke werknemer een beschermde werknemer worden? Als het van minister van Werk Dermagne afhangt wel. Althans, zo doen de vele wetsontwerpen die hij momenteel voorbereidt ons toch vermoeden. Meer dan tien nieuwe gronden voor een ontslagbescherming liggen klaar, bovenop de al bestaande beschermingen. Met onder meer een bescherming van werknemers tegen nadelige behandeling, zoals het mislopen van een promotie. Of een bescherming als het ontslag geïnspireerd is door het feit dat de werknemer ooit gevraagd heeft om flexibeler te mogen werken, of om een meer voorspelbare werkregeling te krijgen. De bewijslast ligt bij de werkgever, die stevige sancties riskeert…”
“Dat is totaal onaanvaardbaar voor ons. Het beschermen van werknemers is in bepaalde situaties zeker te verantwoorden. En de meeste kmo-werkgevers zullen zelf al het mogelijke doen om hun mensen aan boord te houden. Zeker in tijden van krapte op de arbeidsmarkt… Maar een ondernemer moet toch zelf wel nog kunnen beslissen wie hij al dan niet promoveert of hoe hij zijn bedrijf organiseert? Zonder dat dit automatisch tot conflicten lijdt?”
En Lodewyckx gaat verder: “België heeft al een uitgebreide ontslagbescherming die vaak verlammend werkt voor de arbeidsmarkt. Gevolg: mensen blijven zitten, omdat het te moeilijk of te duur is om ze te ontslaan. Zeker in kleine ondernemingen, die vaak de middelen niet hebben om over te gaan tot ontslag. Laat het duidelijk zijn: een werknemer is geen wegwerpartikel. Integendeel. Maar dat maakt nog niet van iedereen een ‘blijver’. Een gezond en redelijk ontslagsysteem moet een tijdelijke hangbrug bieden naar een volgende job, geen levenslange hangmat binnen een bestaande job….”