Het afgelopen jaar zijn er in de provincie Limburg 9.134 zelfstandigen gestart. De zogenaamde ‘vrije en intellectuele beroepen’, die van een aantal (beperkte) fiscale en juridische voordelen kunnen genieten, vormen met 2.878 starters de grootste groep bij de nieuwkomers. De optelsom van beroepen als dokters, notarissen, apothekers, boekhouders, enzovoort, kent ook de grootste groei: er kwam meer dan een kwart (+26%) bij in vergelijking met 5 jaar voordien. Dat komt vooral om dat meer mensen willen werken op zelfstandige basis dan in loonverband. Onder meer bij verpleegkundigen is dat een echte trend.
Waar komen de starters nog zoal vandaan? Uit de bouwsector, zo blijkt. De RSVZ-cijfers die werden bestudeerd door hr-dienstverlener Acerta, tonen bovendien aan dat de gemiddelde leeftijd van de starters in Limburg het hoogste is van alle Vlaamse provincies, met name 36,8 jaar.
Annie Germeys, regiomanager Starters en Zelfstandigen bij Acerta: “Dat er een stijgende interesse is voor het statuut van zelfstandige merken we ook aan de vragen naar extra informatie die bij ons binnenkomen. Dat het sociale vangnet voor een zelfstandige steeds meer aansluit bij dat van een loontrekkende – denk aan verloven, pensioen … – heeft de drempel duidelijk verlaagd. Kiezen voor een vrij beroep is dan weer een specifieke keuze die al wordt gemaakt tijdens de studie: studeer je voor dierenarts, vestig je je ook meestal als dierenarts. Hetzelfde geldt voor huisarts, tandarts, kinesitherapeut, verpleegkundige, enzovoort. Het vrij beroep is een specifiek statuut dat bepaalde voordelen, maar ook bepaalde administratieve eigenheden met zich meebrengt. Het is positief dat steeds meer mensen – ook jongeren – de stap zetten. Bovendien biedt het statuut een zekere vrijheid in hoe je je organiseert, ook dat draagt bij aan het succes van het vrije beroep.”