hendrikx1-300×248-2

Sokken met K3? Ik verklaarde hem gek!

De broers Kim en Tom Hendrikx waren 25 en 26 jaar toen ze samen in Genk een bedrijfje oprichtten om sokken, ondergoed en nachtkleding te gaan verhandelen. Met hun Global Impact wilden ze inspelen op de opportuniteiten die ze in die branche meenden te zien. En kijk, 13 jaar op rij is hun omzet spectaculair gegroeid, vandaag tot zo’n 16,5 miljoen euro.

“Toen mijn broer voor het eerst K3 op tv zag, zei hij meteen dat we sokken zouden gaan maken met hun beeltenis op,” vertelt Tom Hendrikx, de oudste van de twee. “Ik verklaarde hem voor gek. Maar hij trok zijn stoute schoenen aan en belde ’s anderendaags al naar Studio 100 voor een afspraak. Daar had men wel oren naar ons voorstel. Zij waren toen nog relatief klein, en zo konden we op een heel gunstig moment een licentie nemen op de merchandising van hun producten. Naarmate hun succes toenam, konden wij systematisch mee groeien. Daarmee is het duidelijk wie van ons het meeste commerciële feeling heeft (lacht).”

Terwijl Kim de aan- en verkoop onder zijn hoede neemt, houdt Tom zich vooral bezig met de organisatorische, financiële en creatieve aspecten van Global Impact. Bovendien genieten ze nog steeds de steun van hun vader, die kan terugblikken op een rijke ervaring in de textielsector. “Het creatieve bestaat erin dat we zelf een leuk design, mooie verpakking of ander origineel idee bedenken om onze sokken, ondergoed, nachtkleding of andere accessoires te presenteren,” zegt hij. “Daar hebben we 4 eigen stylisten voor in dienst.” “De productie zelf besteden we uit aan zo’n 65 leveranciers, uit landen als China, Indonesië of Pakistan,” vult Kim aan. “Alles komt hier netjes gelabeld en verpakt toe, zo’n 30 europaletten per dag. We leveren vervolgens aan grote retailklanten als Carrefour, Aldi, Delhaize of Makro, voornamelijk in de Benelux. Het gaat meer specifiek om merkloze promo-items, huismerken en private labels, enkele eigen merken van Global Impact zoals Senza Dubbio, en dan de producten waar we licenties voor gekocht hebben, zoals Studio 100, Walt Disney of de sokken van Diadora.”

Katoenprijs
De keuze voor deze retail-doelgroep kwam er niet toevallig. “We hadden gezien dat grote supermarktketens hun bestellingen gingen centraliseren in depots, met telkens één aankoper per productcategorie. Door op deze grote volumes in te spelen, moesten we zelf geen kleine leveringen doen aan individuele winkels, wat ons een zware overheadkost bespaarde van vrachtwagens, vertegenwoordigers, enzovoort. Met een hoge servicegraad, de interessante licenties op zak en de creatieve touch als meerwaarde, konden we ons als nieuwkomer in de markt meteen goed profileren. ”
Een strategie die duidelijk werkt, want op 13 jaar tijd steeg de omzet ieder jaar met 15 tot 40%. In 2010 zal Global Impact stranden rond 16,5 miljoen. En de winst stijgt gelijkmatig. “Al hebben we op dat vlak recent enkele zware dobbers moeten slikken,” aldus nog Kim Hendrikx. “De katoenprijs is gigantisch toegenomen, met zo’n 80 tot 90%. Bovendien was de koers van de dollar erg ongunstig voor ons, en zijn ook de prijzen voor containertransport enorm toegenomen.”

Extern kapitaal
“Onze huisbankier is altijd goed gevolgd in onze groeiplannen,” legt Tom uit. “Maar hoe meer goederen we verkopen, hoe meer we moeten voorfinancieren. Containers uit het buitenland moeten door ons immers op voorhand betaald worden, terwijl voor onze grote klanten redelijk lange betalingstermijnen gebruikelijk zijn. In plaats van elke keer opnieuw met de bank te onderhandelen, hebben we investeringsmaatschappij E-Capital toegelaten een participatie te nemen. Op die manier kunnen we intern de groei financieren. Zoals de recente overname van het Tsjechische Cartoon Mania. Zij hebben enkele interessante licenties voor kinderproducten en verkopen ook al sokken met die afbeeldingen. Interessant voor ons, dus.”

De trein van Global Impact staat dus stevig op de rails. “We hebben het vertrouwen van onze klanten, beheersen onze flow goed, hebben een gezonde financiële basis, een jong en dynamisch team en we vullen als management elkaar goed aan. We hebben dus alle redenen om ambitieus te blijven,” besluiten beide broers.