starters-1

Starters doorbreken alle records

Er werd in het voorbije jaar in onze provincie weer een recordaantal ondernemingen opgericht. Dat blijkt uit een analyse van Unizo Limburg op basis van cijfers van handelsinformatiekantoor Graydon. In totaal kreeg onze provincie er 7.207 nieuwe bedrijven bij. Het is het derde record op rij.

Na een dipje in de maanden juli en augustus, toen het aantal starters in onze provincie met respectievelijk 5 en 2 procent daalde, is het aantal Limburgers dat met een eigen zaak van start gaat de laatste maanden van het jaar spectaculair toegenomen. Dat bleek vorige week al uit cijfers van Voka Limburg op basis van de eerste elf maanden van het jaar. In oktober steeg het aantal starters met 44 procent, in november was er een stijging met 37 procent. Een mogelijke verklaring lag volgens Voka Limburg in de afschaffing van het attest bedrijfsbeheer in september. Voordien was dat attest een verplichting om met een eigen zaak te beginnen.

Uit een analyse van Unizo Limburg over het hele jaar blijkt nu dat er in 2018 maar liefst 7.207 Limburgers een eenmanszaak of een vennootschap hebben opgericht, een absoluut record. Dat leidt Unizo Limburg af uit cijfers van het handelsinformatiebureau Graydon. Aangezien nog niet alle administratieve informatie over het jaar 2018 is binnengekomen, zou het kunnen dat dit cijfers nog lichtjes naar boven moeten worden bijgesteld.

Derde recordjaar
Maar het is hoe dan ook een record, en zelfs het derde record op rij. Het aantal starters neemt met 7 procent toe ten opzichte van 2017. In heel Vlaanderen stijgt het aantal starters met een kleine 10 procent.

Uit de cijfers van Graydon blijkt echter dat de stijging van het aantal starters in Limburg het laagst is van alle Vlaamse provincies. Oost-Vlaanderen scoort met een stijging met 14 procent veruit het best. “Een evolutie die we goed moeten opvolgen”, aldus Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van Unizo Limburg.

Imago
Volgens Bart Lodewyckx zijn er verschillende oorzaken voor het grote aantal starters. “Het verbeterd imago van ondernemerschap en de aantrekkende economie onder andere. Maar ook een aantal ingrepen van de regering, zoals de verlaging van de vennootschapsbelasting, de goedkopere eerste aanwervingen en de financiële maatregelen zoals de win-winlening en de tax shelter voor startende ondernemingen.”

Toch moet en kan de overheid nog meer doen om het starten van een eigen zaak aan te moedigen, vindt Lodewyckx. “Zo blijven we hameren op de verdere verbetering van het sociaal statuut van zelfstandigen, met als eerste prioriteit een gelijkwaardig pensioen. Uit onderzoek bij zelfstandigen bleek namelijk dat de zwakkere sociale bescherming de belangrijkste reden was waarom ze ooit over hun start hadden getwijfeld.”