villajuris

Villa Juris groeit, investeert en verhuist

Het advocatenkantoor Villa Juris, dat amper 4 jaar geleden zijn intrek nam in een prachtig herenhuis aan de Koningin Astridlaan in Hasselt, gaat daar alweer het licht doven. Het kantoor kampt met plaatsgebrek en heeft daarom het oude ASLK-gebouw in de Bampslaan gekocht en verbouwd.

Villa jurisTijdens de afgelopen 4 jaar is het team van Villa Juris toegenomen van 8 naar 26 mensen. Die moesten noodgedwongen op 2 locaties worden ondergebracht, aangezien het nochtans recente gebouw te klein was geworden. "Daarom werd uitgekeken naar een nieuwe vestigingsplaats," aldus vennoot Johan Vanmuysen. "Die werd gevonden in het voormalige ASLK-bankkantoor, tussen het station en de Groene Boulevard. Het dateert van 1984 en is in prima staat."

“De stad Hasselt investeert heel wat in het creëren van een aangename, leefbare en veilige stationsbuurt," aldus nog Vanmuysen. "Ook wij als bedrijf en als ondernemers willen daar mee onze schouders onder zetten. Daarom hebben wij in dit voormalige bankkantoor een 1,25 miljoen euro geïnvesteerd (aankoop en verbouwingen). Wij deden dat omdat wij geloven in de toekomst van de buurt, maar ook omdat wij dichtbij het centrum en bij de rechtbank gevestigd willen zijn."

De kantoorruimte in het nieuwe pand bedraagt maar liefst 1.850 m². “Wij hebben inderdaad op de groei gekocht,” aldus medevennoot Geert Lambrechts. “Nu al vormen wij een middelgroot advocatenkantoor en zitten wij daardoor binnen de top 10 in Limburg. Op dat elan willen we verdergaan.”

De groei moet nochtans in het juiste tempo verlopen. “Het is niet gemakkelijk om een goed evenwicht te vinden tussen kwaliteit en groei," legt Johan Vanmuysen uit. "Wat wij niet willen, is groeien om te groeien. Waar we wèl van overtuigd zijn, is dat door onze manier van werken wij ook in de toekomst met nog meer ondernemers zullen samenwerken. Pleiten voor de rechtbank zal daarbij waarschijnlijk in verhouding verminderen, terwijl begeleiden, adviseren en samen naar oplossingen zoeken, zal toenemen.”

(Foto: Raymond Polus)