containers-albertkanaal-300×124

Voka Limburg: “34% van goederen via spoor en water”

Zeg nog eens dat Voka Limburg geen oplossingen wil voor het mobiliteitsprobleem... ;-) Gedelegeerd bestuurder Johann Leten is formeel: "Wil Limburg aantrekkelijk blijven als logistieke draaischijf, moet tegen 2030 34 procent van het goederentransport via het spoor en de waterweg verlopen."

Voka Limburg heeft het buikgevoel laten bevestigen door een studie: de binnenvaart en het spoor worden onderbenut om goederen te vervoeren. Het gaat vandaag om 26% van de goederenstroom, een percentage dat tegen 2030 naar 34%, en tegen 2050 zelfs naar 50% moet evolueren, vindt Voka. "Als we zien dat de files de afgelopen 5 jaar met 50% zijn toegenomen, moeten er dringend alternatieven worden benut", vindt Johann Leten. “Willen we onze regio leefbaar houden en willen we ons als draaischijf van Europa blijven profileren, dan moet er efficiënter, maar ook minder transport via de weg verlopen. De huidige doelstelling is 30 procent spoorvervoer en binnenvaart tegen 2030. Volgens ons moet dat ambitieuzer: 34 procent tegen 2030 en 40 procent tegen 2050.”

Infarct doet pijn

“Als onze verkeersaders dichtslibben, dreigt er een infarct”, stelt Leten. “De eerste steken in de borst dienen zich aan. En ze doen pijn. We worden dagelijks geconfronteerd met de stijgende filelast. De Grote Ring van Hasselt begint stilaan op die van Brussel te gelijken en dan zwijgen we nog van de stilstand op de E313 en E314.” Ondertussen verwacht het federaal planbureau dat het goederentransport tegen 2030 met maar liefst 45% zal toenemen. Die groei is volgens Voka Limburg onmogelijk op te vangen door ons wegennet. "We zien veel potentieel in de binnenvaart en het spoor. Een eerste factor die het gebruik van het Albertkanaal kan stimuleren en intensifiëren is de verhogen van de bruggen. Na een kleine vertraging zouden tegen 2022 alle 57 bruggen een vrije doorvaarthoogte van 9.10 meter hebben. Dit zal de capaciteit van het Albertkanaal zeker ten goede komen.”

Leten wil tevens de zogenaamde ENA-gebieden (Economisch Netwerk Albertkanaal) aanboren om de binnenvaart te stimuleren. "Een volledige ontwikkeling hiervan schept ruimte voor extra bedrijventerreinen én faciliteert het gebruik van de binnenvaart als vervoersmiddel. Op die manier kunnen de economische sterktes van het gebied elkaar aanvullen en kan de economische groei dus gestructureerd opgevangen worden”, aldus Leten.

Géén concurrentie

Luc Driessen, CEO van Move Intermodal en voorzitter van het netwerk De Scheepvaart, vindt dat alle transportvormen beter moeten samenwerken. “Het wegvervoer is de grootste potentiële klant van de binnenvaart en het spoor. Let wel, we moeten hier eerder een mentale shift maken dan een modale shift. We moeten weg-, binnenvaart- en spoorverkeer laten samenwerken en niet zien als concurrentie. Alleen zo gaan we naar een optimale 'synchromodale' oplossing voor de toekomst. Dat vraagt om te sensibiliseren, informeren en faciliteren. Duurzame water- en spooroplossingen zijn in dat verhaal altijd een meerwaarde. De overheid kan hier sturend optreden door bestaande terminals te stimuleren en door zo veel mogelijk verbindingen op strategische terminals te concentreren.” En avant: marche!