Speciaalzaken IJzerenleen Foto: Joren De Weerdt

Deze speciaalzaken op IJzerenleen bestaan meer dan een eeuw: “Vroeger was dit een straat vol speciaalzaken”

MECHELEN - Huis Denies, Schockaert en Huis Windels. In Mechelen zijn het namen als een klok. De iconische speciaalzaken, op de even iconische IJzerenleen, bestaan al meer dan een eeuw. En ze zijn van plan er nog lang te blijven. Al is dat niet altijd even makkelijk voor de vierde – of zelfs vijfde – generatie die er aan het roer staat. “Vroeger was dit een straat vol speciaalzaken, nu vind je hier voornamelijk horeca”, zegt Else Waegemans van Huis Denies.

1. Huis Denies – IJzerenleen 27

 

Vanop een oude foto achter de toonbank houdt ze een oogje in het zeil: Octavie Denies, de vrouw die Huis Denies 115 jaar geleden opstartte. “Mijn overgrootmoeder begon haar winkeltje in de Geitestraat”, zegt huidig zaakvoerster Else Waegemans (51). “Ze verkocht onder meer metalen drinkbussen voor werkmannen. Haar koopwaar stond gewoon op een oude cafétafel. Het was niet te vergelijken met de kookwinkel die we vandaag zijn.”

Vlak voor de Eerste Wereldoorlog verhuisde Octavie haar zaak naar de IJzerenleen. “In een pand hier een beetje verderop. De winkel was amper open of hij brandde volledig uit. Na de oorlog hebben mijn overgrootouders de zaak hier opnieuw opgebouwd.”

Else runt Huis Denies vandaag met haar zoon Pieter Coremans (26). Hij is de vijfde generatie – en eerste mannelijke telg – die mee in de familiezaak is gestapt. “Mijn broer had geen interesse, maar ik wel”, zegt hij. Achteraan in de winkel werkt Pieter aan zijn eigen zijproject: een messenslijperij. “Momenteel nog redelijk kleinschalig. Misschien dat we er in de toekomst wat meer reclame rond gaan maken.”

“Dat is ook het leuke aan onze winkel”, zegt Else. “Elke generatie kan er zijn eigen ding mee doen. Ik herinner me dat mijn moeder zelfs nog heiligenkruisen heeft verkocht, aan geestelijken die naar de mis kwamen. In die tijd bestond dat ook niet, winkels met alleen kookmateriaal. Vroeger was de keuken een klein kamertje waarin de vrouw werd weggestopt. Tegenwoordig is de keuken het hart van een woning.”

 

Speciaalzaken verdwijnen

Else staat in de winkel sinds haar 24ste. “Ik heb grafische kunsten gestudeerd en besliste pas tijdens het laatste halfjaar van mijn studies dat ik de winkel zou overnemen. Mijn moeder was toen al op pensioenleeftijd en zat te wachten op mijn beslissing, want van mijn broer wist ze dat hij andere ambities had.”

Iets meer dan een kwarteeuw later is Else nog altijd blij met die keuze. “Het verschil met vroeger is wel groot. Ooit was de IJzerenleen een straat vol speciaalzaken. Die zien we stilaan allemaal verdwijnen. Er komt steeds meer horeca voor in de plaats. We moeten ervoor opletten dat we ons niet laten verdringen. Tegelijk zitten we hier zo lang dat klanten ons wel weten te vinden.”

Pieter knikt. “Nu nog vragen klanten geregeld om de groeten te doen aan oma, die ondertussen 91 is. Of ze willen weten wie ik ben. Dat gebeurde in het begin dat ik hier werkte wel eens. ‘Ah, gij zijt er ook ene van de familie’, zeiden ze dan. “Dan is het goed’ (glimlacht).”

2. Schockaert – IJzerenleen 28

 

De speciaalzaak aan de overkant van de straat vinden we met onze ogen dicht. Het is kaaswinkel Schockaert. Enkele personeelsleden – “onder wie drie kaasmeesters”, zal ons straks trots worden meegedeeld – lopen er af en aan. Achter de schermen zwaaien de zussen Schockaert de (kaas)plak. Sophie is 46, haar zus Ann 44. “Toen we klein waren, was dit eerder een kruidenierszaak. Er werd kaas verkocht, maar ook heel wat andere etenswaren. Koekjes, slagroom, choco… Het is pas toen onze vader de zaak overgenomen heeft, dat ze geëvolueerd is naar een kaaswinkel.”

Sophie en Ann namen de winkel in 2013 over. Vader Harry is officieel met pensioen. Het is te zeggen… “Vanavond vertrek ik nog met hem naar Parijs, om er morgen op de vroegmarkt kaas in te kopen”, zegt Sophie. “Hij kan dat niet loslaten. Die ritjes zijn altijd gezellig. Ze geven ons tijd om te babbelen. Hier in de winkel is het daarvoor vaak te druk.”

 

Lange tijd kende Sophie naar eigen zeggen niks van kazen. “Door hier te werken ben ik er gepassioneerd door geraakt. Kaas is een product dat je moet soigneren. Tijdens het rijpen moeten kazen onder meer gewassen en gedraaid worden. Er komt heel wat bij kijken.”

Gouda in het vals plafond

Het was Louis Schockaert, de overgrootvader van de zussen, die de familiezaak in 1915 opstartte. “Hij begon met huis-aan-huisverkoop van melk, zuivel en eieren. Later heeft hij een winkeltje geopend. Eerst in de Katelijnevest, daarna op de Bruul en sinds 1936 zitten we hier”, zegt Sophie. Oprichter Louis was een ‘gezellige babbelaar’, zo wil de overlevering. En een beetje een durfal. “Tijdens de Tweede Wereldoorlog verstopte hij Gouda in een vals plafond”, zegt Sophie. “Want officieel mocht hij geen kaas verkopen van de Duitsers.”

 

Sophie en Ann groeiden op boven de winkel. “Weet je nog die keer dat we hier winkeltje speelden en we echt op de kassa begonnen te drukken?”, vraagt Ann aan haar zus. “’s Avonds bleek dat we zogezegd voor een miljoen frank kaas hadden verkocht en de kassa er officiële bonnetjes van had gemaakt. Toen is ons vader het wel even moeten gaan uitleggen bij de belastingen (lacht).”

Het is druk in de winkel, Schockaert blijkt populair bij de klanten. “Toen de IJzerenleen autoluw werd gemaakt, waren we wel even bang dat we cliënteel zouden verliezen”, zegt Sophie. “Maar eigenlijk hebben we daar amper iets van gemerkt.” En toch zijn het moeilijke tijden, geeft Sophie toe. “Alles wordt duurder en dat voelen de mensen ook. Toch mogen winkels als de onze niet verdwijnen. Dat zou betekenen dat je de kaasverkoop overlaat aan de supermarkten. Expertise gaat verloren, het aanbod wordt veel kleiner… Dat zou doodzonde zijn.”

3. Huis Windels – IJzerenleen 46/48

 

“Wij zijn de oudste tabakszaak van het land”, zegt Cathérine Windels (50) trots. Huis Windels is de enige zaak van de drie in dit rijtje die nooit verhuisd is. Al sinds 1875 (!) zit ze in hetzelfde pand op de IJzerenleen. “Het huisnummer is misschien ooit wel eens aangepast”, zegt Cathérine. “En ons telefoonnummer ook. Dat was vroeger 212.”

De voorgevel lijkt nochtans splinternieuw. “Zeven jaar geleden hebben we de winkel grondig gerenoveerd. De oude zaak was wel sympathiek hoor, maar ze was te hoogdrempelig. Mensen bleven staan draaien voor de deur. Ik durf bijna te zeggen dat we niet meer hadden bestaan als we die verbouwing niet hadden gedaan.”

Als er één winkel is die zich door de jaren steeds opnieuw heeft moeten uitvinden, dan is het wel Huis Windels. Reclame maken voor rookwaren is allang verboden en ook in de etalage mag er niets van te zien zijn. “Om dat te compenseren, ben ik 18 jaar geleden gestart met de verkoop van dranken”, zegt Cathérine. “Mijn voorouders hebben dat nooit gedaan.” Het begon met een viertal flessen whisky. Ondertussen staan er drie muren vol.

Toen Cathérine jong was, stond het allesbehalve in de sterren geschreven dat ze de zaak zou overnemen. “Tot een kwarteeuw geleden waren we ook sigarenfabrikant. Onze fabriek was in de Begijnenstraat. Als tiener moest ik daar vaak helpen.. Tabak inpakken, sigaren in dozen sorteren. Eerlijk? Ik deed dat niet graag.” De liefde voor het vak is later pas gekomen. “Nu zie ik de schoonheid van onze producten in. Een goeie sigaar of een pijp, dat gaat over zo veel meer dan roken. Dat gaat over terroir, land van herkomst van de tabak, de rijping…”

 

Zelfde naam als oprichtster

Cathérine is de vijfde generatie die in de winkel staat. “Het begon met mijn betovergrootouders August Windels en Catharina Holvoet, naar wie ik overigens vernoemd ben. Ik ben de eerste vrouwelijke telg die Huis Windels in handen heeft.”

Verhuizen naar een andere locatie, daar denkt Cathérine zelfs niet aan. “Ik vind dat we hier in een aangename straat zitten. Natuurlijk moeten we wel opletten dat het evenwicht tussen horeca en speciaalzaken behouden blijft. Mensen komen nu eenmaal niet alleen naar Mechelen voor de horeca.”

Het mooiste aspect van haar job vindt Cathérine het delen van mooie momenten met de klanten. “Mensen komen hier binnen om iets fijns te kopen, vaak voor een speciale gelegenheid. Ik ben geen herstellingdienst of zo waar ze komen klagen. We organiseren geregeld tastings en daar zeg ik het ook vaak: een lege fles whisky heeft ongetwijfeld gesmaakt, maar is tegelijk ook gevuld geraakt met herinneringen. Van fijne – of zelfs moeilijke momenten – waarop je er een glas uit hebt gedronken.”