MECHELEN – In vergelijking met 10 jaar geleden zijn er 3,5% minder handelspanden in de provincie Antwerpen, maar ze nemen wel 10,15% meer ruimte in dan in 2008. Dat blijkt uit de nieuwe zogenaamde feitenfiches voor detailhandel.
Voor het vijfde jaar op rij bezorgen de Vlaamse provincies aan elke Vlaamse gemeente de meest recente detailhandelsgegevens, in de zogenaamde feitenfiche. Daarin krijgt elke Vlaamse gemeente zicht op gegevens over de detailhandel, per winkelgebied. Voor het eerst is die ook beschikbaar op het online platform Provincies in Cijfers. Aangezien de provincies beschikken over detailhandelsgegevens sinds 2008, is er nu een 10-jarige vergelijking mogelijk.
Er zijn vandaag 32.625 handelspanden in de provincie Antwerpen. Dit is een daling van 3,5% in tien jaar tijd. Samen nemen ze zo’n 3,6 km² ruimte in. Dit is 10,15% meer dan in 2008. Voor elke 1.000 inwoners in de provincie Antwerpen zijn er 17,81 handelspanden. 10,2% ervan staat leeg. Dit is meer dan het Vlaams gemiddelde (9,2%).
“De cijfers geven een paradox beeld”, zegt Ludwig Caluwé, gedeputeerde bevoegd voor Economie. “Er zijn minder winkelpanden, maar ze worden steeds groter. Dit komt vooral door een toename van de baanwinkels. Dit is op termijn onhoudbaar.”
Onlangs engageerden de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen en 13 gemeenten langs de steenwegen N70 Gent-Antwerpen en de N10 Lier-Aarschot zich nog om over hun grenzen heen het probleem aan te pakken. “We zijn niet tegen baanwinkels”, benadrukt Ludwig Caluwé. “Maar we moeten de verrommeling tegen gaan en de ruimte beter benutten. Om zo een goed evenwicht vinden tussen detailhandel in de kernen en langs de steenwegen.”
Iedere situatie is anders. Zo telt Lier 23.47 handelpanden per 1.000 inwoners, terwijl Mechelen met 19,22 veel dichter aansluit bij het cijfer in de provincie Antwerpen.