Meer Vlamingen zien kansen om te ondernemen maar ze hebben faalangst

ztine

Vlerick Business School publiceerde op 25 mei de conclusies van de veertiende editie 14de editie van de Global Entrepreneurship Monitor (GEM). Uniek aan dit jaarlijkse, internationale onderzoek is de zeer brede benadering van ondernemerschap. De focus ligt niet zozeer op het aantal personen dat effectief een nieuw bedrijf heeft opgericht, maar eerder op de ondernemerschapsmentaliteit, het ontluikend ondernemerschap en de ambities van starters. Het onderzoek voor Vlaanderen gebeurt binnen het Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie (STORE) in opdracht van de Vlaamse regering, en werd uitgevoerd door professor Hans Crijns en de onderzoekers Niels Bosma en Tine Holvoet (foto).

Maar liefst 9% van de bevraagde Vlamingen wil binnen dit en 3 jaar een nieuw bedrijf opstarten. Het gaat daarbij om mensen die (nog) niet actief of concreet bezig zijn met een start-up. Dat is opmerkelijk, gezien de hoge score inzake ‘angst voor falen’ en lage score van ‘vertrouwen in eigen kunnen’.

“Deze stijging lijkt mooi aan te sluiten bij het pleidooi van heel wat politici en middenveldspelers voor meer starters in Vlaanderen, maar toch moeten we hier nuanceren”, meent onderzoekster Tine Holvoet. “Op basis van dit onderzoek weten we dat veel Vlamingen (43%) kiezen voor ondernemerschap vanuit noodzaak. In vergelijkbare innovatiegedreven economieën in de ons omringende landen is dat gemiddeld 16%. In alle innovatiegedreven landen wereldwijd is dat 18%. Enkel Griekenland (35%) en Slovakije (33%) laten op dat vlak ook hoge cijfers optekenen. Met andere woorden: het is wellicht niet de oproep om meer te ondernemen die ondernemers de stap naar het ondernemerschap doet zetten, maar eerder de slechte conjunctuur.

In Vlaanderen ziet 41% van de respondenten in de komende 6 maanden voldoende opportuniteiten om een bedrijf op te richten. Dat is merkbaar hoger dan in 2013 en 2012 (respectievelijk 34% en 33%). De opportuniteitsdetectie in Vlaanderen ligt daarmee in lijn met de andere Europese referentielanden (Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) en de zogenaamde innovatiegedreven landen.

Tine Holvoet: “Op basis van analyses over de jaren heen stellen we echter vast dat opportuniteitsdetectie een eerder dynamische indicator is. ‘Vertrouwen in eigen kunnen’ en ‘angst voor falen’ evolueren stabieler. We kunnen dus verwachten dat de effectieve startersaantallen lager zullen liggen. Er blijft dus ondernemerspotentieel onbenut en de vraag is waarom mensen die opportuniteiten zien om te ondernemen het uiteindelijk toch niet doen."

Naast opportuniteiten, vergt een bedrijf opstarten ook ‘will’ en ‘skill’. Volgens de GEM-studie is er in Vlaanderen een relatief gebrek aan ondernemerschapscultuur. Voor 1 op de 2 bevraagden die goede opportuniteiten zien, is de angst om te mislukken een structurele rem op hun latent ondernemerschap. En slechts 3 op 10 Vlamingen (29%) hebben vertrouwen in hun eigen kennis en vaardigheden om een zaak op te starten, de laagste score in jaren. 

Alhoewel de helft van de Vlamingen (53%) ondernemerschap als een goede loopbaankeuze ziet, is de hoge status die ze succesvolle ondernemers toekennen (54%) lager dan in de referentielanden (68%).  Over de afgelopen jaren blijkt die lage perceptie structureel aanwezig. Daarnaast vindt de helft van de bevraagde Vlamingen dat er in de media onvoldoende aandacht is voor de succesverhalen van nieuwe bedrijven en ondernemers.

Concreet bedraagt het aantal respondenten dat net een onderneming heeft opgericht of er een aan het oprichten is, voor Vlaanderen 4,7% in 2014. In vergelijking met de Europese referentielanden (7%) is dat relatief laag. Bovendien ontstaan die startups vaak eerder uit noodzaak, dan vanuit een verbetering of opportuniteit. In vergelijking met de ons omringende innovatie-gedreven economieën (16%) kiest 43% in Vlaanderen voor het ondernemerschap vanuit noodzaak. Het effect van de economische crisis blijft blijkbaar voelbaar, alhoewel de motivatie vanuit opportuniteit  (‘opportunity entrepreneurship’) nog steeds de bovenhand haalt in de EU-landen.

Het aandeel nieuwe ondernemers dat ten minste vijf banen verwacht te creëren in de komende vijf jaar schommelt rond 1%. Dat is twee keer lager dan in Nederland en het Verenigd Koninkrijk en daarmee zit Vlaanderen ook in de groep van landen met de laagste scores. Om de oorzaak (regelgeving en loonkost versus optimisme en realisme) te bepalen, is verder onderzoek nodig. Wat innovatiegerichtheid betreft scoort Vlaanderen lager dan gemiddeld. In 2011-2014 stelt 21% van de bevraagde Vlaamse starters zich innovatief op, in vergelijking met een gemiddelde van 33% in de referentielanden. Wel is de internationale ingesteldheid van de Vlaming (30%) bij de hoogste in Europa. Vlaanderen is een kleine en open economie, en de taalbarrière met de direct omringende landen is miniem.