Onrust bij Volvo Car Gent nergens voor nodig

volvo

“De vestiging van Volvo Cars in Gent moet zich zorgen maken als ze niet meer concurrentieel is”, zei Geert Bruyneel, de Belg die vorig jaar promoveerde van directeur van de Gentse fabriek naar een topfunctie op het Zweedse hoofdkwartier in Göteborg, vorige zaterdag in De Tijd.

Mark De Mey, communicatiemanager van Volvo Cars, was aanwezig bij het gesprek in Göteburg en reageert op het artikel in De Tijd. “Geert Bruyneel”, zo zegt hij “wees in het gesprek  op het feit dat concurrentiekracht afhangt van twee factoren: hoe goed we intern werken aan kwaliteit en efficiëntie en externe factoren, zoals de loonkosten. Hij herhaalde ook nog eens dat we in Gent goed moeten zijn in alles wat we doen. En momenteel is dat nog altijd onze mentaliteit, ook onder de leiding van Eric Van Landeghem, de huidige fabrieksmanager in Gent.”

Mark De Mey wijst er ook op dat Volvo Gent in verband met de loonkostenhandicap vindt dat er met de lastenverlaging van de uittredende regering een belangrijke eerste stap is gezet, maar dat er nog meer nodig is om concurrentieel te worden. “Dat Geert Bruyneel zou gezegd hebben dat de aangekondigde maatregelen  tot een loonkostendaling van 40 miljoen euro leiden, is pertinent onwaar. De cover van De Tijd  waarop stond "Volvo Car Gent blijft te duur - Volvo-top stelt dat Gentse fabriek beter moet doen dan Zweedse" kunnen de lezers, onze 5.000 medewerkers en onze toeleveranciers  enkel interpreeteren als een bedreiging van het management, en dat was nooit de teneur van het gesprek, wel integendeel. Bij monde van Geert Bruyneel werd gezegd dat Volvo tevreden is over Volvo Car Gent, en dat er geen plannen zijn om de activiteiten hier af te bouwen. Hier werd het voorbeeld gegeven van de insourcingsactiviteiten, waarbij Volvo Car Gent zijn sociaal passief verhoogt  met ongeveer 750 nieuwkomers op de payroll van Volvo Car Gent. Zoiets doe je niet als je rekening houdt met een afbouwscenario. Hetzelfde geldt voor de vele tientallen miljoenen euro die we jaar na jaar in Gent investeren.”