Arbeidseconoom Stijn Baert. Foto Inge Kinnet

Oost-Vlaanderen haalt beste resultaten op arbeidsmarkt

Oost-Vlaanderen telt de hoogste werkzaamheidsgraad, laagste werkloosheid en laagste inactiviteit van alle provincies in België. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Universiteit Gent op basis van recente Eurostat-gegevens uitgevoerd door arbeidseconoom Stijn Baert.

Waar West-Vlaanderen enkele jaren geleden vaak nog de beste resultaten haalde op de Belgische arbeidsmarkt, is dat vandaag Oost-Vlaanderen. De provincie telt het minst aantal inactieven (mensen die niet op zoek zijn naar werk, red.), zowel bij mannen als vrouwen. Zowat 16,4 procent van de 25- tot 64-jarigen is er inactief. Nochtans is het aantal inactieven in België doorgaans vrij hoog.

“Alle Vlaamse provincies kennen minder werklozen dan om het even welke Waalse provincie.”

Arbeidseconoom Stijn Baert

De studie herhaalt dat 21,8 procent van de 25- tot 64-jarigen in het land inactief is, tegenover 4,1 procent werkzoekenden. Het Europees gemiddelde ligt op 19,7 procent. Vooral de provincie Henegouwen kampt met een hoge inactiviteitsgraad (29,4 procent), aldus de studie.

Bij koploper Oost-Vlaanderen ligt het aantal werkenden bij 25- tot 64-jarigen op 82 procent. Dat is meer dan het Europees gemiddelde (75,3 procent). In de provincie Henegouwen is dat 64,5 procent.

Naast West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant doet ook de provincie Waals-Brabant het goed. Op vlak van werkzaamheidsgraad (76, 2 procent) en inactiviteit (18,7 procent) scoort de provincie beter dan Antwerpen en Limburg.

Harde taalgrens

Wat de werkloosheid betreft, is de taalgrens volgens Baert weliswaar nog steeds een harde grens. “Alle Vlaamse provincies kennen minder werklozen dan om het even welke Waalse provincie.”

Daarbij zijn er in Wallonië veel langdurig werkzoekenden. In Henegouwen gaat het om 60,4 procent langdurig werkzoekenden, maar ook in Vlaamse provincies als Antwerpen en Vlaams-Brabant (respectievelijk 30,1 en 42,8 procent) zijn er veel langdurig werkzoekenden. Het Europees gemiddelde ligt daarbij op 43,4 procent.