Bouwgroep De Winter Foto: Google Maps

Schulden omstreden zonnepanelenbedrijf blijven oplopen, maar nieuw faillissement is serieuze domper voor schuldeisers

De schulden van het omstreden zonnepanelenbedrijf Bouwgroep De Winter lopen op tot twee miljoen euro. Of de gedupeerden ooit hun geld zullen terugzien, schat de curator somber in nu de zaakvoerder ook persoonlijk failliet is verklaard. “We moeten realistisch zijn.”

Bouwgroep De Winter uit Merelbeke in september vorig jaar onder vuur wegens mogelijke oplichting met zonnepanelen. Verschillende families uit Oost- en West-Vlaanderen sloten een overeenkomst om zonnepanelen te laten plaatsen en betaalden duizenden euro’s aan voorschotten, maar hun daken blijven (deels)leeg. Gedupeerden dienden klacht in.

Het bedrijf werd daarop failliet verklaard door de ondernemingsrechtbank en een curator werd aangesteld. Een eerste schatting van de schulden was een half miljoen euro, maar zes maand later blijkt dat groter. In totaal werden al 266 schuldvorderingen ingesteld: van gedupeerden, ondernemingen, maar ook de fiscus. De schulden lopen op tot twee miljoen euro.

Nieuw faillissement

Tientallen gedupeerden namen in september advocaat Ruben Volckaert onder de arm. Samen met zijn cliënten wacht de advocaat ondertussen het verder onderzoek af. “Veel mensen hebben zich al neergelegd dat ze hun geld niet meer gaan terugzien”, klinkt het. “Maar sommige cliënten blijven strijdvaardig en willen alvast principieel naar de rechtbank trekken.”

De aangestelde curator schat de kansen wel somber in dat de gedupeerden hun geld ooit zullen terugzien. De zaakvoerder van het bedrijf werd begin februari ondertussen ook persoonlijk failliet verklaard. Dat bevestigt de Gentse ondernemingsrechtbank. “De verhaalmogelijkheden zijn quasi nihil geworden”, zegt de curator. “Ik wil geen loze beloftes doen en ben realistisch.”

De advocaat van de zaakvoerder zal de beslissing van de rechtbank rond het persoonlijk faillissement eerst bespreken met zijn cliënt. De zaakvoerder verklaarde begin september in een persmededeling dat het “nooit of te nimmer zijn bedoeling was geweest om klanten op te lichten of hun vertrouwen te misbruiken”. Het onderzoek naar het bedrijf loopt ondertussen verder.