LEZborden06

Sector ijvert voor lage-emissiezone voor verwarmingsinstallaties

GENT – ATTB, de Belgische vereniging van leveranciers van verwarmingsmateriaal, stelt vast dat de vervanging van nog steeds bijna twee miljoen verouderde verwarmingsketels in ons land veel te traag verloopt. Onze gebouwen blijven daardoor veel te veel CO2 uitstoten, waardoor we nooit de Europese klimaatdoelstellingen van 2030 en 2050 zullen halen. “De overheid moet dan ook dringend ingrijpen”, vindt ATTB. Hun idee: een LEZ (Lage Emissie Zone) voor verwarmingsinstallaties. “De verwarmingssector is er in ieder geval klaar voor!”

Sinds januari 2020 is er in Gent een lage-emissiezone van kracht met een beperkte of verboden toegang voor oude, vervuilende wagens. Maar als je weet dat de verwarming van onze gebouwen op jaarbasis bijna evenveel vervuilt als het verkeer, waarom worden er dan geen lage emissiezones voor verwarmingsinstallaties ingesteld? Dat vraagt de Belgische vereniging van leveranciers van verwarmingsmateriaal ATTB zich af in een open brief naar de politiek. “Als onze politici zo bezorgd zijn over de luchtkwaliteit, dat ze honderdduizenden autobezitters voor voldongen feiten stellen, dan zou het vervangen van oude verwarmingsinstallaties toch ook een topprioriteit moeten zijn?”

LEZ voor verwarming: een grote stap voorwaarts

Willen we de klimaatdoelstellingen van 2030 (35% minder CO2 uitstoot) en 2050 (klimaatneutraal) halen, dan moet ons land op korte termijn een grote stap voorwaarts zetten. Volgens ATTB ligt de oplossing in een LEZ voor verwarmingsinstallaties. Christophe Leroy, voorzitter ATTB: “We bannen terecht verouderde wagens uit de stadscentra, maar verwarmen veel gebouwen in die steden met een technologie die vaak nog veel ouder is. Niet-condenserende gas- of stookolieketels stoten veel meer CO2 uit en verbruiken veel meer energie dan nodig is. Indien we van heel het land een LEZ voor verwarmingsinstallaties zouden maken, en alle twee miljoen verouderde ketels door condensatieketels of warmtepompen vervangen, zou de CO2 -uitstoot zodanig verminderen dat we al aan een groot deel van de Europese eisen kunnen voldoen.”

“De overheid zou dan wel zo snel mogelijk een definitieve einddatum moeten stellen op het gebruik van niet condenserende atmosferische ketels. En waarom zou dat niet 2030 kunnen zijn? Dat is nog 10 jaar. Alle vervuilende ketels vervangen in een decennium, dat moet toch mogelijk zijn?”, vindt Leroy.

De verwarmingssector is er klaar voor

2.000.000 ketels vervangen op 10 jaar tijd, dat is 200.000 per jaar. Kan dat? ATTB is overtuigd van wel. “De sector beschikt over ruim voldoende mogelijkheden en expertise om aan de vraag te voldoen”, zegt Leroy. “De oplossingen die de producenten, verdelers en installateurs aanbieden zijn realistisch, future proof en betalen zichzelf terug. De voordelen van condensatieketels zijn inmiddels ruim voldoende bekend, en ook de diverse toepassingen van warmtepompen zijn de kinderschoenen ontgroeid en zijn nu een volwassen technologie, lang niet meer iets voor alleen maar groene jongens.”

Neen, ATTB smeekt niet om meer werk

Wie de vraag om een LEZ voor verwarmingsinstallaties zou interpreteren als een teken dat de sector om werk verlegen zit, vergist zich. Net als de vorige jaren blijft de verkoop van verwarmingsketels op gas en van alle types warmtepompen in stijgende lijn gaan. Warmtepompboilers kennen, dankzij de premies, zelfs een meerverkoop van 60%, maar vertegenwoordigen nog altijd maar 10% van de markt, 90% blijven gewone elektrische boilers. De verkoop van stookolieketels daalt, maar relatief weinig, zeker in vergelijking met andere landen.

Toch is ATTB is niet echt tevreden. “Meer dan de helft van onze landgenoten verwarmt nog steeds met een verouderde olie- of gasketel en onze politici moeten daar dringend iets aan doen. Met de technologieën die vandaag beschikbaar zijn, zijn de klimaatdoelstellingen van 2030 perfect haalbaar. We hebben enkel duidelijke, politieke omkadering nodig die de energiesector hierbij begeleidt en stuurt. Een LEZ voor verwarmingsinstallaties zou een grote stap in de goede richting zijn.”