De ontginningsput licht tegenover het bedrijf, grenzend aan de spoorlijn Oudenaarde-Zottegem. In samenspraak met de vergunningverlenende en adviserende Vlaamse administraties werd in 2009 vastgelegd dat deze put een toekomst met waardevolle natuurfunctie moest krijgen.

“Het is de ambitie om er een moerasachtig plas- en drasgebied met veel vogels, amfibieën, insecten, rietkragen en andere waardevolle vegetaties in te richten”, aldus Vande Moortel. “In het verleden hebben we klei, een hernieuwbare grondstof, kunnen ontginnen op deze site. Nu starten we met de nabestemming en streven we naar een aantrekkelijk stuk natuur, een thuis voor diverse fauna en flora en een plek waar mensen graag vertoeven.”

Minder vrachtverkeer

Op basis van het milieueffectenrapport uit 2009 werden alle aspecten van het project – van ontginning tot herinrichting – uitvoerig onderzocht en vergund. “Om de impact op de omgeving te beperken, is op onze vraag het transport van de aanvulgronden uit infrastructuurwerken voorzien via bootverkeer. We werken hiervoor samen met Ghent Dredging. Door in te zetten op vervoer over het water, zullen we per jaar 10.000 vrachtbewegingen vermijden, waardoor het wegennet in en rond Eine maximaal wordt ontlast.”

De totale doorlooptijd van de werken wordt geschat op acht jaar. Het uiteindelijke resultaat zal net als bij andere vergelijkbare projecten een meerwaarde moeten betekenen voor de omgeving.

Steenbakkerij Vande Moortel in Oudenaarde is opgericht in 1864. Het familiebedrijf groeide in al die jaren uit tot een belangrijke fabrikant van gevelstenen en de Belgische marktleider in kleiklinkers.