Magazijnen kunnen productiviteit opvoeren

heftruck

13 Vlaamse ondernemingen en het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) zijn gestart met het project Dyplor, wat staat voor ‘Dynamische planning van logistieke resources’. Het gaat erom een methodologie uit te werken die bedrijven toelaat hun materieel en personeel optimaal in te zetten en dit op basis van bestaande softwaresystemen. Een productief magazijn kan een kostenvermindering garanderen.

In drukke magazijnoperaties is het vaak een uitdaging een goed inzicht te krijgen in de logistieke activiteiten en de bezettingsgraad van het personeel en materieel, stelt Anke D"Halleweyn van het VIL in Berchem. Net die kennis is nodig om de personeels- en materieelinzet te optimaliseren. Binnen het project ‘Dyplor’ wordt onderzocht hoe operationele softwarepakketten de bezettingsgraad kunnen verhogen en zo de kosten drukken.

Procesanalyse bij bedrijven kan de knelpunten en de mogelijkheden tot verbetering bloot leggen. Onderzoek naar best practices moet, naast de informatie uit de procesanalyse, aantonen welke parameters invloed hebben op de magazijnefficiëntie en servicegraad. Een inventarisatie van tools en beheersystemen gaat na welke functionaliteit er beschikbaar is en toegepast kan worden.

Op basis van de verzamelde informatie wordt vervolgens een model opgesteld dat aantoont wat er te winnen valt en wat de impact op de kosten is. Daarna volgt de vertaling naar de praktijk. Hoe gaan we van situatie ‘as is’ naar de optimale situatie? Er wordt een methodiek opgesteld die toegepast en getoetst wordt bij twee bedrijven. Wordt het beoogde verbeteringspotentieel behaald in een reële omgeving?

De hoge loonkosten in Vlaanderen maken een verhoogde productiviteit door optimale inzet van personeel en materieel extra noodzakelijk om competitief te kunnen blijven, zet Anke D'Halleweyn voorop. Een optimalisatieslag in het magazijn door beter inzicht in fysieke stromen zorgt voor verbetering in service en directe kostenbesparing. Een betere bezetting van de heftrucks met aangepaste routes en een bundeling van de opdrachten kan in dit opzicht al een stap vooruit betrekenen.

Dertien deelnemers werken mee aan het project: Borealis Polymers, Coeck Betonfabriek, DCM, Deceuninck, Fiege, Frigologix, Group Gheys, Haven Genk, Infrabel, Java, Magazijnen Hendrickx, Ontex en Still. De resultaten worden voorgesteld in het voorjaar van 2015.