bedrijfsfiets

(Bedrijfs)fiets wint terrein in Brabants woon-werkverkeer

LEUVEN/HALLE/VILVOORDE/BRUSSEL -Het aandeel van de fiets in het woon-werkverkeer in Vlaams-Brabant is vorig jaar toegenomen. Dat blijkt uit de Mobiliteitsbarometer van HR-dienstengroep Acerta. Stagneerde vorig jaar het exclusieve gebruik van de fiets voor de verplaatsing van thuis naar het werk, dan kozen wel meer bevraagde werknemers in de privé  voor een gecombineerde mobiliteit van vooral auto en (bedrijfs)fiets.  

Uit de resultaten van de jaarlijkse Mobiliteitsbarometer van Acerta blijkt dat ruim 4 op 5 bevraagde werknemers in de privésector vorig jaar exclusief koos voor een of ander vervoersmiddel voor hun woon-werkverkeer. De auto blijft bij uitstek het populairste exclusieve vervoermiddel (61,30%) voor woon-werkverkeer in Vlaams-Brabant, op afstand gevolgd door de werknemer die exclusief zijn/haar fiets gebruikt (16,86%) en de overtuigde gebruiker van het openbaar vervoer (8,04%).

Combimobiliteit

Het rijk van koning auto in het woon-werkverkeer brokkelt wel stukje bij beetje af. Steeds meer werknemers kiezen ervoor om binnen dezelfde rit (gemiddeld iets minder dan 18 km) naar het werk de auto te combineren met een ander vervoersmiddel: ze nemen bijvoorbeeld de (plooi)fiets mee en fietsen de laatste kilometers van een makkelijk bereikbare parking naar het werk. De fiets is in Vlaams-Brabant het vervoermiddel dat het meest wordt afgewisseld met de auto: 9,1%. Zelden combineren de bevraagde werknemers in de privé auto met openbaar vervoer (1,30%), ook de combinatie van auto met fiets én openbaar vervoer scoort niet bijster hoog (0,29%). Op de combinatie van fiets en openbaar vervoer in het kader van het woon-werkverkeer zitten evenmin veel respondenten te wachten (2,10%).

(Bedrijfs)fiets

Uit het onderzoek van Acerta kwam naar voren dat vorig jaar 28,30 % van de werknemers minstens geregeld kozen voor de fiets, dat is een stijging met 4,6% in vergelijking met 2018. Die nieuwe stijging bevestigt de opmars van de fiets in het traject van en naar het werk. De sleutel van het succes? “We stellen vast dat de (elektrische) bedrijfsfiets ondertussen quasi een standaardoptie is in cafetariaplannen die bedrijven aan hun personeel aanbieden. Mobiliteit is in dergelijke plannen veelal een belangrijk element. Veel bedrijven bieden bovendien – buiten het kader van een breed cafetariaplan – hun arbeiders en bedienden de mogelijkheid om een deel van hun toekomstig loon in te ruilen voor de terbeschikkingstelling van een (elektrische) bedrijfsfiets. Mobiliteitsmodi combineren wordt trouwens ook van overheidswege gestimuleerd, onder andere door de inzet van besturen op een veiligere en uitgebreidere infrastructuur”, zegt Patrick Demuylder, kantoordirecteur ACERTA Leuven.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

In Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet de auto voor het woon-werkverkeer (45,3%) de eerste keer de duimen leggen voor het openbaar vervoer (45,9%), het populairste vervoersmiddel van thuis naar het werk in de hoofdstad. Ook in de hoofdstad stelde Acerta een stijging van de combinatie auto-fiets in het woon-werkverkeer vast.

"Fiets houdt stand in coronatijden"

Is de gemiddelde bezettingsgraad bij vervoersmaatschappijen NMBS en De Lijn door de coronacrisis ineengestuikt met dalingen van 90 tot zelfs 95%, dan houdt de fiets goed stand. Dat zegt Wies Callens, woordvoerder van de Fietsersbond. “Exacte cijfers hierop plakken is moeilijk”, zegt Callens. “Maar we krijgen heel wat signalen dat in deze tijden meer mensen een (elektrische) fiets gebruiken voor essentiële verplaatsingen zoals bijvoorbeeld het woon-werkverkeer. Zo weten we bijvoorbeeld dat heel wat zorgkundigen naar het ziekenhuis of het woonzorgcentrum fietsen voor de uitvoering van hun taak. Fietsen is goed voor je gezondheid en je bent in de buitenlucht. In coronatijden is het zelfs een veiligere manier om je te verplaatsen.”

Transport & Mobility 

Om de fietser meer ruimte te geven vraagt De Fietsersbond een herverdeling van de publieke ruimte in deze coronatijden en erna. Volgens de bond is de publieke ruimte niet eerlijk verdeeld en hebben fietsers meer ruimte nodig. Volgens cijfers van Telraam, een project van Transport & Mobility Leuven, is het duidelijk dat er nu meer voetgangers en fietsers zijn en gemotoriseerd verkeer daalt. Dit klinkt logisch, gezien de maatregelen tegen het coronavirus.