Aan de KU Leuven werd een procedé ontwikkeld dat de productie van bioplastic uit maïs of suikerriet goedkoper én groener maakt. Door de hoge productiekosten brak de zogenaamde groene plastic tot dusver niet door. De Leuvense uitvinding blijft niet binnen de academisch muren. “Chemiereus Total gaat het nieuwe productieproces op industriële schaal toepassen in de vestiging in Feluy”, zegt Bert Lagrain van de KU Leuven.
Biologisch afbreekbaar plastic komt van suiker in maïs en suikerriet die door gisting wordt omgezet in polymelkzuur. Dat vergaat na enkele jaren. Als het op de juiste manier verzameld en gescheiden wordt, is het composteerbaar en recycleerbaar. Het is ook biocompatibel: het kan gebruikt worden in het lichaam voor medische toepassingen, bijvoorbeeld als hechtingsdraad.
Her en der doken de jongste tijd bioplasticproducten op zoals composteerbare bekers en folie om groenten te verpakken. Van een echte doorbraak als alternatief voor traditionele plastic uit aardolie is echter nog geen sprake. Daarvoor liggen de productiekosten te hoog, onder meer door de vele tussenstappen.
Michiel Dusselier, onderzoeker aan het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse, slaagde erin zo’n tussenstap uit te schakelen. “Zo bekomen we een hogere opbrengst met minder afval en een goedkopere productie. Ook het gebruik van metalen wordt uitgeschakeld”, zegt zijn collega Bert Lagrain. Total gaat het procedé toepassen in Feluy. In dat dorp bij Seneffe in Henegouwen ligt een van de twee grootste petrochemische vestigingen van Total in Europa.
“Bioplastic is heel begeerd en vormt een echte groeimarkt”, stelt Lagrain. “De toepassingen gaan op korte termijn alleen maar toenemen. De producten zijn zeer goed en lenen zich perfect voor recyclage. Door de dure grondstoffen is het wel geen goedkoop proces. Bioplastic is duurder dan gewone plastic. De consument kiest nog altijd op kostprijs, veeleer dan op duurzaamheid. Dus moeten we naar kostenreductie. Dit is een stap in de goede richting.”