Een beetje meer starters in Vlaams-Brabant

VAN EETCELT PLAT

Vorig jaar startten 45.311 mensen in Vlaanderen met een eigen zaak. Dat zijn er 2,3% meer dan het jaar daarvoor. Traditioneel worden die cijfers de komende maanden nog wat bijgesteld. "Op basis van ervaringen uit het verleden kunnen we een effectieve stijging van 2,7% verwachten", zegt gedelegeerd bestuurder Karel Van Eetvelt van Unizo.

In Vlaams-Brabant  was er een stijging van het aantal starters met één procent. In 2015 startten er 7.569 mensen een eigen zaak in Vlaams-Brabant, het jaar voordien waren dat er 7.497 en in 2013 6.989.

"De positieve trend die zich al een tijdje heeft ingezet, blijft duren", zegt Van Eetvelt. "Dit is een teken dat de economie zich verder herstelt. Nieuwe ondernemingen pompen zuurstof in de economie en zorgen voor weer extra tewerkstelling."

Opvallend is dat Brussel en Wallonië een procent minder starters telden in vergelijking met 2014. Volgens Unizo is dit een gevolg van het feit dat Vlaanderen een zeer open economie is: gaat het slecht, dan zijn er meteen minder starters. Gaat het goed, dan zijn er meer. In Wallonië en Brussel is die impact veel kleiner. Dit bleek ook tijdens de crisis. Toen was de daling van het aantal starters in Vlaanderen groter in vergelijking met Brussel en Wallonië.
In Wallonië wordt een daling van 1,4% in het aantal starters genoteerd. "Ook hier zullen de cijfers nog licht naar boven worden bijgesteld", zeggen ze bij Unizo. "Op basis van de cijfers uit het verleden ramen we de daling voor Wallonië op 0,9%. Vandaag telt Wallonië 21.566 starters ten opzichte van 21.868 starters vorig jaar. Brussel noteert eveneens een daling met 1,9% en telt 10.989 starters in 2015. Gezien ook voor Brussel de cijfers nog aangevuld zullen worden de komende maanden, ramen we de daling op 1,2%."
In Vlaanderen zet de provincie Antwerpen de sterkste prestatie neer. Het aantal starters stijgt er met 5,2% tot 13.620. Daarna volgt Oost-Vlaanderen met een stijging van 2,1% en Vlaams-Brabant met een stijging van 1%. In West-Vlaanderen stijgt het aantal starters met 0,8%. In Limburg stijgt het aantal starters het minst, met 0,5%.