Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) (zie ook hier) brengt belangrijke wijzigingen aan in de aansprakelijkheid van vennootschapsmandatarissen. Er werd daarbij naar een evenwicht gezocht tussen de belangen van aandeelhouders en derden enerzijds en die van de bestuurders in kwestie anderzijds al kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de aansprakelijkheid de facto behoorlijk is verstrengd.
Wijzigingen in het belang van de bestuurders
De nieuwe wetgeving beperkt de aansprakelijkheid van bestuurders tot maximale bedragen die afhankelijk zijn van verschillende parameters zoals het balanstotaal en de gemiddelde omzet (exclusief btw) op jaarbasis:
Aansprakelijkheid beperkt tot | Gemiddelde omzet | Gemiddelde balanstotaal | |
€ 125.000,00 | € 350.000,00 | en | € 175.000,00 |
€ 250.000,00 | € 700.000,00 | en | € 350.000,00 |
€ 1.000.000,00 | € 9.000.000,00 | of | € 4.500.000,00 |
€ 3.000.000,00 | Tussen € 9.000.000,00 en € 50.000.000,00 | of | Tussen € 4.500.000,00 en € 43.000.000,00 |
€ 12.000.000,00 | € 50.000.000,00 | of | € 43.000.000,00 |
Deze aansprakelijkheidsbeperking geldt zowel tegenover derden als tegenover de vennootschap en geldt voor alle bestuurders samen, per feit of geheel van feiten dat aanleiding kan geven tot een aansprakelijkheid. De aansprakelijkheid kan contractueel niet verder beperkt worden dan de wettelijk voorziene bedragen. Derden daarentegen (zoals de aandeelhouders of de moedervennootschap) mogen bestuurders wel vrijwaren.
Addertje onder het gras?
De aansprakelijkheidsbeperking geldt onder meer niet voor:
- Een herhaaldelijk voorkomende lichte fout
- Een zware fout
- Bedrieglijk opzet
- Een opzettelijke fout
- Ernstige fiscale fraude
- De bijzondere aansprakelijkheid voor fiscale of RSZ-schulden
Je zou je op basis hiervan kunnen afvragen of de beperking van de aansprakelijkheid niet eerder een lege doos is want het lijkt erop dat de beperking enkel zal gelden voor uitzonderlijke, “lichte” bestuurdersfouten.
Aanpassingen in het voordeel van aandeelhouders en derden
Als het bestuursorgaan een college vormt, zijn de leden van dat orgaan hoofdelijk aansprakelijk en moeten zij bijgevolg elk persoonlijk volledig instaan voor vergoeding van de schade aan de schadelijder. Bovendien zullen overtredingen van de bepalingen van het WVV of van de statuten van de vennootschap altijd leiden tot hoofdelijke aansprakelijkheid, ongeacht of er al dan niet een college werd gevormd. Wie een fout constateert van een lid van het bestuursorgaan die zou kunnen leiden tot aansprakelijkheid kan aan die hoofdelijkheid slechts ontsnappen indien hij of zij niet heeft deelgenomen aan de fout en de fout meldt aan alle leden van het bestuursorgaan. Het is ten sterkste aanbevolen deze melding schriftelijk te doen (per mail of in notulen).
Bijzondere aansprakelijkheden van bestuurders
Aansprakelijkheid wegens het niet uitvoeren van de nettoactieftest en liquiditeitstest vóór de uitkering van dividenden en tantièmes in de BV en CV
Elke uitkering dient volgens de nieuwe vennootschapswetgeving voorafgegaan te worden door:
- een nettoactieftest: het bestuursorgaan moet zich ervan verzekeren dat het nettoactief van de vennootschap op het moment van uitkering niet negatief is of ten gevolge van de uitkering negatief wordt
- een liquiditeitstest: het bestuursorgaan moet nagaan of de vennootschap, volgens redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste 12 maanden te rekenen vanaf de datum van de uitkering
De nieuwe wetgeving voorziet een hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders tegenover de vennootschap en derden voor alle schade die voortvloeit uit het feit dat uitkeringen gebeurden terwijl de bestuurders wisten of behoorden te weten dat de vennootschap ten gevolge van die uitkering niet meer in staat zou zijn haar schulden te voldoen zoals voormeld.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Het wetboek voorziet daarnaast ook een aantal strafrechtelijke sancties, bijvoorbeeld
- Indien zij de jaarrekening niet binnen de 6 maanden na afsluiten van het boekjaar voorleggen aan de algemene vergadering
- Indien de jaarrekening niet tijdig wordt neergelegd bij de Nationale Bank
- Indien er geen verslag inbreng in natura kan worden voorgelegd bij oprichting of bij latere verhoging van het vermogen
- Indien er uitkeringen gebeuren aan de aandeelhouders indien het netto-actief van de vennootschap negatief is of ten gevolge van de uitkering negatief zou worden
Bijzondere aansprakelijkheid na faillissement
Het Wetboek Economisch Recht voorziet bijzondere aansprakelijkheden voor het voortzetten van een reddeloze onderneming.
Hoe zit het met de timing?
Vennootschappen die vanaf 1 mei 2019 worden opgericht vallen meteen onder de nieuwe vennootschapswetgeving. Bestaande vennootschappen kunnen ervoor opteren hun statuten nu reeds aan de nieuwe wetgeving aan te passen maar hebben hiervoor in principe tijd tot 1/1/2024. De dwingende bepalingen van het wetboek, waaronder de regels aangaande de bestuurdersaansprakelijkheid, zijn echter vanaf 1/1/2020 automatisch van toepassing op bestaande vennootschappen, dus ook op vennootschappen die nog geen statutenwijziging doorvoerden. Dit betekent dat voor schadeveroorzakende feiten die plaats vinden vanaf 1/1/2020 de verstrengde bestuurdersaansprakelijkheid reeds van toepassing is.