GLABBEEK – Tegen het einde van dit jaar start de gemeente Glabbeek met de verkoop van acht bouwgronden die bestemd zijn voor ambachtelijke KMO’s. Dat bevestigt burgemeester Peter Reekmans (Dorpspartij). Het is een uitbreiding van de bestaande kmo-zone in de Craenenbroekstraat. Ook de verderop gelegen fruitveiling mag uitbreiden.
De nieuwe ambachtelijke zone, goed voor acht bouwpercelen van telkens 20 are, komt tegenover de huidige cluster aan bedrijven in de Craenenbroekstraat in Glabbeek. “Intussen hebben al een aantal ondernemingen geïnformeerd naar de nieuwe kmo-gronden”, vertelt burgemeester Peter Reekmans (Dorpspartij).
Geen bezwaren
In mei dit jaar keurde de gemeenteraad al het ontwerp van opmetingsplan en rooilijnplan van een deel van de Craenenbroekstraat voor de uitbreiding van de kmo-zone goed. Na een openbaar onderzoek wordt de definitieve goedkeuring donderdag voorgelegd aan de gemeenteraad. “De meerderheid en een deel van de oppositie keurden het ontwerp destijds goed. Ik zie dan ook geen problemen rond de definitieve goedkeuring. Tijdens het openbaar onderzoek hebben we trouwens geen bezwaren ontvangen, wat wijst op een maatschappelijk gedragen dossier”, weet Reekmans.
Ontsluiting zwaar vrachtvervoer
De gronden werden onderhands door de gemeente al aangekocht. Na de definitieve goedkeuring kan de gemeente de gronden notarieel verwerven. Vervolgens zal het bestuur ervoor zorgen dat de nodige infrastructuurwerken worden uitgevoerd om de omgeving te beveiligen en de ontsluiting van het zware vrachtvervoer volledig te laten verlopen via de N29 (Diest-Tienen).
Veiling breidt uit op termijn
Gelijktijdig met de uitbreiding van de kmo-zone heeft ook de fruitveiling, gelegen in dezelfde straat, de toelating gekregen om uit te breiden met 1,3 ha. “De veiling is te belangrijk voor de fruitsector in de streek. We willen dat ze in Glabbeek blijft, en verlenen haar de toestemming om extra opslagcapaciteit te bouwen. Wel heeft de directie van de veiling laten weten dat ze ten vroegste in 2024 zou starten met de uitbreiding. Dat is niet voor meteen maar je kan maar beter vooruitkijken”, besluit Reekmans.
