Horeca Vlaanderen vraagt de federale regering op te treden tegen de vaak erg strikte brouwerijcontracten waar veel café-uitbaters aan gebonden zijn. De federatie vindt dat die contracten de ondernemer onaanvaardbare verplichtingen opleggen die nefast zijn voor de rentabiliteit.
“De overgrote meerderheid van de caféhouders is gebonden aan een brouwerijcontract”, zegt afgevaardigd bestuurder Danny Van Assche. “De brouwerij is dan vaak eigenaar van het pand. Dat de brouwerij oplegt om hun bieren te verkopen is logisch, maar in de meeste gevallen gaat het ruimer. In veel contracten is opgenomen dat de ondernemers exclusief de bieren van de brouwerijen moeten verdelen, vaak met een afnameverplichting van een vooropgesteld aantal hectoliter. Wie zijn vereiste debiet niet verkoopt, krijgt een boete. Bovendien eisen brouwerijen dat de caféhouders ook bij hen of via verplichte leveranciers frisdranken, wijn, koekjes voor bij de koffie, detergent en zelfs wc-papier afnemen tegen een vaste prijs. Prijsonderhandelingen zijn onmogelijk. Dit weegt op de rentabiliteit van de cafés, met een hoog aantal faillissementen tot gevolg.”
In het federaal regeerakkoord is opgenomen dat de brouwerijcontracten zullen worden onderzocht. Horeca Vlaanderen bezorgde vrijdag haar eisenbundel aan de bevoegde ministers. “We vragen dat de brouwerijcontracten tot de essentie worden herleid, namelijk het verkopen van de bieren van de brouwerij”, zegt Van Assche. “De ondernemer moet vrij zijn om minstens één bier op vat bij een andere brouwerij te kunnen kopen. De minimale afnameverplichting moet worden afgeschaft en er mag geen verplicht contract met een drankenleverancier worden bedongen. Om tot een gezond economisch klimaat te komen moet de overheid ingrijpen en de vrije markt in de cafésector herstellen.”