Kleine zelfstandige ondernemers werken steeds meer door tot na hun pensioenleeftijd. In vier jaar tijd steeg hun aantal met dertig procent tot ongeveer 90.000 eenheden. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ). Er zijn diverse redenen waarom de kleine ondernemer ook na de leeftijd van 65 jaar aan de slag blijft.
De Kamer keurde zopas de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd goed. Die is bepaald op 66 in 2025 en 67 in 2030. De zelfstandige ondernemers in ons land brengen die maatschappelijke evolutie al in praktijk, zo blijkt uit een rapport van de RSVZ. Dat gebeurt lang niet altijd uit noodzaak. Velen zijn zelfs gretig om te blijven werken.
In twintig jaar tijd is het aantal zelfstandigen met evenveel procent gestegen. Vooral de vrije beroepen zitten in de lift. De toename komt grotendeels op rekening van hoger opgeleiden zoals artsen en advocaten. Zij blijven vaak vrijwillig doorwerken na hun 65ste.
Het werd voor zelfstandige ondernemers de voorbije jaren altijd maar aantrekkelijker om te blijven doorwerken. Zo mochten ze steeds meer bijverdienen in combinatie met hun pensioen. Sinds januari van dit jaar mogen gepensioneerde zelfstandigen na hun 65ste zelfs zo veel bijverdienen als ze willen.
Een andere trend is dat steeds meer vijftigplussers, in het bijzonder tussen de 55 en 60 jaar, het statuut van zelfstandige aanvragen. Niet zelden gaat het om ex-werknemers die met vervroegd pensioen gestuurd werden of gewoon ontslagen werden. Als ze slagen in hun nieuwe bestaan als zelfstandige stoppen ze meestal niet voor hun 65ste.
Een groeiende groep ondernemers, vooral zaakvoerders van familiaal gestructureerde bedrijven, ondervindt steeds meer problemen om hun firma over te laten. De zelfstandige vindt geen opvolging in de eigen familie en vindt niet meteen een overnemer. Vaak blijven ze daardoor gedwongen langer aan de slag dan gepland.