techniek samenstelling voorwerpen

Nieuwe techniek voor opsporing van defecten in bouwconstructies

Onderzoekers van de KU Leuven hebben met hun collega’s van Leicester en Cranfield een nieuwe techniek ontwikkeld om de samenstelling van voorwerpen te analyseren. Door het gebruik van röntgenstralen moet er geen staalname of verpoedering gebeuren, waardoor de objecten intact blijven. Dat is cruciaal bij de analyse van archeologisch materiaal en culturele erfstukken. De techniek kan ook ingezet worden in het onderzoek naar meteorieten en planetaire materialen of om defecten in bouwkundige constructies op te sporen.

Een structurele analyse kon tot dusver niet zonder staalname. Omdat die werkwijze altijd een minieme beschadiging met zich meebrengt, zocht het onderzoeksteam naar een alternatief. Dat hebben ze nu gevonden in de vorm van röntgendiffractie. Aan de hand van de verstrooiing van röntgenstralen kan de samenstelling van een voorwerp onderzocht worden zonder het te beschadigen.

“In dit onderzoek hebben we de techniek toegepast op divers materiaal zoals keramiek, fossiel, munten, mortel en tanden”, zegt professor Patrick Degryse van de afdeling geologie van de KU Leuven. “De exacte samenstelling van deze materialen levert ons een schat aan informatie op. We krijgen inzicht in de materiële geschiedenis van de voorwerpen en hun herkomst. Kennis van stabiliteit en slijtage van de materialen helpt ons om de voorwerpen juist te conserveren en om nieuwe bewaarmethodes te ontwikkelen.”

Naast archeologische en culturele erfstukken kan de techniek ook voor andere toepassingen gebruikt worden. Ze zou kunnen ingezet worden om bijvoorbeeld stalen van ruimtemissies naar Mars of de maan te analyseren. Ook industriële toepassingen behoren tot de mogelijkheden: de techniek kan helpen om structurele defecten zoals metaalmoeheid in kaart te brengen.

“De uitdaging is om de techniek in de toekomst kleiner en verplaatsbaar te maken. De volgende stap is de ontwikkeling van een techniek die ter plaatse, bijvoorbeeld op archeologische sites of in musea, kan ingezet worden.”