“Mensen zijn gelukkiger, productiever, minder gestrest en minder vaak afwezig als ze fit en gezond zijn, en door het samen sporten
met collega’s is er meer sociaal contact”, legt sportminister Weyts uit. Volgens de N-VA-minister verdienen bedrijven “elke investering in sporten dubbel en dik terug”.
Grote bedrijven hebben vaker al een aanbod van sport op het werk, maar bij heel wat kmo’s is er nog wat koudwatervrees. Het ontbreekt vaak aan expertise, tijd of middelen om zelf een sportprogramma op te zetten. Via het label Sportbedrijf van Sport Vlaanderen worden bedrijven aangemoedigd en ondersteund om een sportaanbod op poten te zetten, onder meer via een
starterskit.
Sinds de lancering van de Sportbedrijf-campagne in het najaar van vorig jaar hebben al meer dan 2.000 bedrijven een
aanvraag gedaan naar een Sportbedrijf-aanbod. Vandaag/dinsdag lanceert minister Weyts het Sportbedrijf-label, een label waarmee bedrijven aantonen dat ze een sport- en beweegbeleid hebben. Om het label te krijgen, moet een bedrijf voldoen aan een aantal criteria. Dat gaat dan bijvoorbeeld om het hebben van een sportambassadeur of het voorzien van sportinfrastructuur.
Ondernemingen kunnen het label het hele jaar door aanvragen. Het label zelf is twee jaar geldig. Nadien moet het opnieuw aangevraagd worden bij Sport Vlaanderen. “We willen de helft van de Vlaamse bedrijven met 50 of meer werknemers labelen als Sportbedrijf”, zegt minister Weyts. “In dit eerste jaar trachten we minstens een honderdtal bedrijven het label te kunnen overhandigen”. Naast de lancering van het label zal Vlaanderen ook jaarlijks de Sportbedrijf-award uitreiken aan de meest creatieve en innovatieve bedrijven die inzetten op fittere werknemers.
