Stapp.in Stapp.in autodeelproject.

Stapp.in zoekt garagebedrijven voor deelwagenproject

Autodeelorganisatie Stapp.in zoekt onder andere in Vlaams-Brabant garagebedrijven voor de  uitbreiding van de dienstverlening naar mobiliteitsoptimalisatie. "Garagebedrijven zijn de ideale partner om een deelwagenproject in hun regio uit te rollen”, aldus Dirk Houttequiet van Stapp.in. 

De prognoses over de toekomst van de autoverkoop zijn niet rooskleurig. Dat zegt Dirk Houttequiet. "Zo stevent de sector af op een stagnatie en op termijn zelfs een daling in de verkoop van het aantal privéwagens. Daarbovenop dalen de marges op de verkoop van een wagen zienderogen", aldus Houttequiet.

Mobiliteit in transitie 

In 2017 startte de man in België met de autodeelproject Stapp.in. “De mobiliteit in ons land is in transitie”, vertelt Dirk. “Zo is het idee van Stapp.in autodelen ontstaan vanuit de drijfveer om ook actief bij te dragen aan het milieu. Om ons heen zien we een toenemende belangstelling voor het verlagen van de CO2-uitstoot, het verlagen van de parkeerdruk en het verminderen van het aantal files. Stapp.in daagt mensen uit om zelf geen wagen aan te schaffen, maar alleen een wagen te gebruiken wanneer je echt één nodig hebt. Wij geloven steevast dat de toekomst van onze mobiliteit multimodaal is. Kortom, ons project wordt een aanvulling op het huidige mobiliteitsaanbod en biedt de burger/bedrijf een bredere waaier aan verplaatsingsmogelijkheden." Stapp.in is enkele jaren eerder al gestart in Nederland.

Lokale garagebedrijven, ook in Vlaams-Brabant 

Voor de exploitatie van het deelwagenproject in Vlaanderen zoekt Stapp.in lokale garagebedrijven via een franchiseformule. Het bedrijf zit zelf aan het stuur van de ontwikkeling van de soft -en hardware, waardoor ze kunnen inspelen op de noden en behoeften van klanten. “Garagebedrijven zijn de ideale partner om een deelwagenproject in hun regio uit te rollen”, vertelt Houttequiet. “Ten eerste kent de wagen geen geheimen voor hen. Waardoor ze over de juiste knowhow en technische kennis beschikken voor de installatie en opvolging van de deelwagens. Ten tweede kunnen ze makkelijk schakelen bij de implementatie van extra deelwagens in hun regio. Ten slotte blijft het financiële risico voor een autobedrijf eerder beperkt.”