Credit: Belga Image.

Unizo: “ondernemingen ontwrichte zone laten fiscale steun liggen”

ZAVENTEM/VILVOORDE - Ondernemingen uit de ontwrichte zone Zaventem-Vilvoorde laten fiscale steun liggen. Dat zegt Elke Tielemans, directeur van Unizo Vlaams-Brabant en Brussel. 

Sinds december 2018 is naast de regio rond Genk en Turnhout de omgeving Zaventem-Vilvoorde erkend als steunzone, ook wel ‘ontwrichte zone’ genoemd. De steunzones werden in het leven geroepen om de regio’s die getroffen werden door grootschalige collectieve ontslagen gedurende een periode van maximaal 6 jaar te ondersteunen.

Fiscale stimuli

Bedrijven die investeren en extra tewerkstelling creëren kunnen rekenen op een fiscale ondersteuning. Ze worden tijdelijk vrijgesteld van het doorstorten van 25% bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging van nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen als deze vooraf gegaan worden aan een bepaalde investering. De arbeidsplaatsen moeten gedurende drie jaar (voor kmo’s) of vijf jaar (voor grote ondernemingen) behouden blijven. Zoniet, moet de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing alsnog gebeuren. De maatregel geldt enkel voor bedrijven die investeren op een bedrijventerrein, bedrijvencentrum of incubator in deze steunzones.

Beperkt gebruik in Vlaams-Brabant

Uit een parlementaire vraag van Dieter Van Besien aan minister van Financiën Vincent Van Peteghem blijkt dat de maatregel in de steunzone Zaventem-Vilvoorde tot slechts 46 dossiers leidde, allen ingediend door kmo’s. Daarvan werden er 43 goedgekeurd. De totale steun in onze regio wordt geraamd op 1,4 miljoen euro voor 304 nieuwe arbeidsplaatsen.

Maatregel wordt verlengd

Elke Tielemans, directeur Unizo Vlaams-Brabant & Brussel blijft op haar honger zitten. “We merken dat deze maatregel nog niet gekend genoeg is. 46 aanvragen is te weinig, zeker in vergelijking met de steunzones Turnhout (339 dossiers) en Genk (385 dossiers)”, zegt Tielemans. Maar is er goed nieuws. Door de coronacrisis werd de steunmaatregel verlengd van 30 november 2024 tot 31 mei 2026.

Overmacht

Unizo Vlaams-Brabant & Brussel vraagt de overheid wel met aandrang om overmacht mee in rekening te nemen. “Als een bedrijf zijn personeel op tijdelijke werkloosheid moet zetten ten gevolge van een verplichte sluiting of aantoonbaar coronaverlies dan vragen wij een verlenging van de tewerkstellingsperiode met de periode van tijdelijke werkloosheid of sluiting. Bovendien kan het toch niet zijn dat een onderneming bij een, soms noodgedwongen, ontslag als gevolg van de coronacrisis nog eens extra gestraft wordt en de initieel toegestane vrijstelling toch moet betalen?!” In geval van ontslag wil Unizo een onderscheid zien tussen ondernemingen waar ontslagen volledig werden toegeschreven aan de economische bedrijvigheid in hun sector ten gevolge van de pandemie en ondernemingen waar dit niet het geval is.