Voedselveiligheid blijkt nog altijd geen prioriteit bij veel horecazaken in de vier grotere steden van het arrondissement Leuven. Dat blijkt uit cijfers van controles van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) in Leuven, Aarschot, Diest en Tienen. Een op zeven restaurants, cafés en voedingswinkels volhardt in de boosheid bij een hercontrole. In Leuven was vorig jaar bijna de helft niet in orde met de voorschriften.
Leuven, Aarschot, Diest en Tienen scoren niet slechter dan andere Vlaamse steden. Maar van een verbetering in vergelijking met vorige controles is helaas geen sprake. Het FAVV controleerde onder meer nog vorige maand zowel voedingswinkels als horecazaken.
Tussen 2010 en het eerste kwartaal van 2016 werden in Leuven, Tienen, Diest en Aarschot 662 zaken gecontroleerd. Bij 95 daarvan werd meer dan één keer een ongunstig resultaat opgetekend. Dat betekent dat een op zeven zaken na een hercontrole nog niet in orde is.
Voor overtreders wacht een waarschuwing van het FAVV of zelfs een proces-verbaal. Dat gebeurt als de uitbater voor meer dan twintig procent van de gecontroleerde onderdelen niet in orde is met de voorschriften.
De meest frequente inbreuken zijn gebreken aan de inrichting en infrastructuur, waardoor bijvoorbeeld vlees slecht wordt bewaard. Daarnaast werden geregeld overtredingen van de regels voor hygiëne vastgesteld.
De voorbije vijf jaar legden controleurs in de vier steden meer dan duizend maatregelen op. Leuven lijkt de slechtste leerling van de klas. In 2015 waren 77 van de 172 gecontroleerde zaken niet in orde. Tot een sluiting leidde dat voorlopig nog niet.