KORTRIJK – De West-Vlaamse bedrijfswereld verklaart zich bij monde van Voka bijzonder verheugd over de beslissing van de federale regering om 5,3 miljard euro te investeren in de spoorwegen. Wat West-Vlaanderen betreft valt voornamelijk de afwerking van de zogenaamde lijn 50A op. Concreet betekent dit de realisatie van het derde en vierde spoor op de spoorlijn Brugge-Gent. Niet alleen voor de haven van Zeebrugge is dit van essentieel belang, de hele kustregio zal hier mee de vruchten van plukken.
De kustregio is zowel een toeristische trekpleister als een belangrijke economische toegangspoort naar de havens van Zeebrugge en Oostende. Om zowel reizigers als goederen vlot te vervoeren in deze regio speelt de trein een cruciale rol. Op piekdagen rijden er namelijk tot ruim 300 reizigers- en goederentreinen op de lijn tussen Gent en de kust. Dit aantal treinen zal in de toekomst alleen maar toenemen. Bovendien rijden trage goederentreinen en steeds snellere reizigerstreinen op dezelfde sporen. Zeker tijdens de piekuren en het hoogseizoen (kusttoerisme) is dit geen optimale situatie. De afwerking van het derde en vierde spoor tussen Gent en Brugge kan de toename opvangen en de treinen vlotter laten rijden. Het snelle verkeer kan zo op de middelste sporen rijden, terwijl het trage verkeer op de buitenste sporen blijft. Op deze manier kunnen ze elkaar op geen enkel moment hinderen.
Positief gegeven
Voka is tevreden dat de ontdubbeling van de spoorweg tussen Brugge en Gent nu eindelijk gerealiseerd zal worden. “Reeds vele jaren zijn wij vragende partij om dit project versneld af te werken, gezien het belang ervan voor de bereikbaarheid van heel de regio Noord-West-Vlaanderen”, aldus algemeen directeur Bert Mons van Voka West-Vlaanderen. “Als we echt werk willen maken van multimodale en duurzame mobiliteit, moet er geïnvesteerd worden in een performante spoorinfrastructuur. Het zal niet alleen bijdragen tot een betere hinterland verbinding van de haven van Zeebrugge, maar het zorgt eveneens voor een betere bereikbaarheid van de kust en het zal het toerisme stimuleren. De ‘return on investment’ is dus zeer groot. Ook de vele pendelaars van en naar Brugge zullen er wel bij varen, net als de goederentrafiek van de haven. Het merendeel van de ladingen verlaat nu de haven of komt aan per vrachtwagen (69,2%). Het aandeel van het spoor neemt echter gestaag toe (10,7%) en met de nodige investeringen kan dat aandeel nog veel hoger klimmen.”