made Foto: Joris Herregods

COLUMN. “Aanhangers van zero-groei krijgen jammer genoeg gelijk”

Rudy Aernoudt is professor, schrijver, filosoof, econoom en columnist. Elke maand kruipt hij in zijn pen om een kritische column te schrijven voor alle regio's van Made in.

Menig kmo-bedrijfsleider is dagelijks in de weer met het reilen en zeilen van hun bedrijf. Ze spenderen een hoop tijd aan bestellingen doen, de voorraad beheren, facturen innen en betalen,... In de resterende tijd volgt men zijdelings wat er in de wereld gebeurt. Maar is dat wel de juiste aanpak?

Uit enquêtes blijkt inderdaad dat de bedrijfsleider 90% van hun tijd besteedt aan het bedrijf (micro-economie), 9% aan de analyse van de sector en de sectorgenoten (meso-economie), en 1% aan de economische context (macro-economie). Nochtans bepalen macro-economische factoren tot 45% van het bedrijfsresultaat. Hier moet men dus wel rekening mee houden bij het opmaken of actualiseren van een businessplan. Laat ons even de meest relevante zaken onder de loep nemen.

Zero-groei

De aanhangers van zero-groei krijgen de facto jammer genoeg gelijk. Voor 2024 wordt de economische groei in België geschat op 1,4%. Als je dus met meer dan 1,4% wil groeien, moet je het marktaandeel van de concurrentie afsnoepen (meso-economie). Wanneer de productiviteit stijgt met meer dan 1,4% (de gemiddelde productiviteitsstijging bedraagt 2%), gaat dit gepaard met arbeidsdestructie. Deze uiterst lage groei kenmerkt de westerse wereld. In Europa en in de Verenigde Staten ligt de groei op dat niveau. In Duitsland, de economische motor van Europa en belangrijk exportland voor België, ligt de groei weliswaar nog lager: 0,8%. Nulgroei dus. We zitten met andere woorden in een economische stagnatie. De groei op wereldniveau bedraagt het dubbele van Europa. 2,9%, dankzij de twee grootste groeiers, respectievelijk Indië 6,3% en China 5,1%. Maar ook dat is historisch laag in landen die gewoon zijn hun groei te schrijven met twee cijfers voor de komma.

Inflatie

Qua inflatie werden we in 2023 geconfronteerd met een serieuze stijging die vooral energie-gedreven was in Europa, gestuwd door de hot labour markt in de Verenigde Staten. De arbeidsmarktkrapte zal ook in Europa inflatoir werken. In België, waar nog steeds de automatische loonindexering geldt, wordt de prijsinflatie versneld doorgerekend in de arbeidskosten. Dit wakkert de inflatiespiraal verder aan. De arbeidskrapte is in Vlaanderen trouwens het hoogst van alle Europese regio’s.

De inflatie zal afkoelen in 2024 ten opzichte van de historische hoogtes van 2023, maar minder snel dan verwacht. Met een verwachting van 3,5% voor Europa en 4,2% voor België, ligt die inflatie nog ver boven het doel van 2% van de Europese Centrale Bank. Een niveau dat pas in 2025 zou worden bereikt. Dat betekent meteen dat men geen al te grote illusies moet koesteren voor de snelle renteverlaging, zeker niet in de eerste helft van 2024.

Groene stagflatie

Het jaar 2024 wordt dus een jaar van stagnatie en inflatie, wat macro-economisten stagflatie wordt genoemd. Daar komt ook nog de groene agenda bij. Europa zet in op de groene transitie en wil die versneld uitvoeren zodat Europa tegen 2050 CO2-neutraal zou zijn. Maar die groene gedachte, hoe noodzakelijk ook, zal de bedrijfsmarges aantasten. Graydoncreditsafe berekende de kostprijs van de groene transitie jaarlijks op 3 à 5% van de omzet. Dat vreet aan de bedrijfsmarges. Ter illustratie: de groene transitiekost voor een restaurant bedraagt gemiddeld 9.000 euro per jaar. Voor de voedingsdistributie is dit 12.000 per jaar en voor een landbouwbedrijf 13.000.

Geopolitieke context

De macro-economische vooruitzichten kunnen verder worden aangetast door een aantal niet-voorspelbare factoren. Meer dan twee miljard kiezers kunnen dit jaar stemmen in landen zoals Indië en de Verenigde Staten. Onzekerheid troef. Het conflict Oekraïne-Rusland dreigt in een patsituatie te komen. Ook het Israëlisch-Palestijns conflict kan de Arabische wereld meesleuren in economische instabiliteit, met impact op de energieprijzen. Deze oorlogen kosten overigens immens veel geld en de wederopbouw zal ook miljarden opslorpen. Ter illustratie: de wederopbouw van Oekraïne wordt geschat op 380 miljard. Steun die zal moeten worden opgehoest door landen die zelf al overladen zijn met publieke schulden. Ook daar staat België bovenaan de ladder.