Terwijl warme bakkers slag om slinger verdwijnen uit het straatbeeld, geeft Espero (“Ik hoop”) er nog maar eens een lap op. Er is nog hoop voor de sector dus. Negentig jaar terug al opende op dezelfde plaats een bakkerij, waar twee generaties zoet mee waren. Aanvankelijk met de familie Germonprez (vader en zoon), nu al bijna 35 jaar lang met de familie Roussel (opnieuw vader en zoon Xavier).
Op 1 januari 1989 – de muur van Berlijn was nog niet gevallen – nam de familie Roussel (Carlos en Carine Roussel) de zaak over en breidde ze alsmaar uit. Het is sindsdien een vast beeld op zondagmorgen: mensen staan in rijen aan te schuiven bij het lekkers van de dag. Geen toeval want met de gecombineerde vakkennis van zoon Xavier en vader Carlos moge het duidelijk zijn: hier zijn meester brood- en banketbakkers aan het werk, zoals alle zoetemondjes uit de regio, en ook van buiten de streek, weten. De klantvriendelijke charme van moeder Carine en haar 3 medewerksters doen de rest en zijn mee debet aan het succes van deze familiale kmo waar de focus nog ligt op de ambacht en de klant, de stiel en de passie, het manuele en het professionele.
Elke dag een droom die uitkomt
Xavier zegt dat hij de zin voor deze job al van kindsbeen af heeft mee gekregen. Hij wilde altijd in het spoor van zijn ouders lopen. Een opleiding aan de bakkersschool Ter Groene Poorte in Brugge deed de rest. “De mooiste job die er bestaat, ook al is het zwaar”, zegt Xavier Roussel. “Het is elke dag een droom die uitkomt, en ik prijs me zo gelukkig als maar zijn kan dat ik deze job samen met mijn vader (61) en moeder (60) kan beoefenen.”
Bakkerij van de toekomst
Op de nieuwe locatie werd fors geïnvesteerd. De outlook is fraai voor het oog én voor de smaakpapillen, zowel in de toonbank als daarachter. Want waar de warme bakker van vroeger unilateraal achter de schermen werkte, is die van nu achter de toonbank ook zichtbaar aanwezig voor de consument. Het kan het respect dat deze ondernemende ambachtslui verdienen, alleen maar nog groter maken. Of om het in de taal van Mollière te zeggen: Il faut le faire.