De Coene Jozef Stijn Streuvels, Albert Saverys Arthur Deleu

Meubelen van Jozef De Coene schitteren opnieuw in De Panne

DE PANNE - Op zondag 9 september 2018 vindt de 30ste editie van Open Monumentendag plaats. Het recept van de Open Monumentendag is alom gekend: honderden monumenten in heel Vlaanderen stellen gratis hun deuren open. In villa My Corner in De Panne zullen heel wat  meubelen te zien zijn van het vroegere Kortrijkse wereldbedrijf De Coene. Curator van dienst is Noël Hostens, expert par excellence.

De firma De Coene -officiële naam De Kortrijkse Kunstwerkstede- ontwierp in de jaren dertig circa 100 ensembles van hetzij een eetkamer, een slaapkamer, een bureau of een salon, wat dus neerkomt op circa elke maand een nieuwe collectie. Over de volledige De Coene periode (van 1900 tot 1975) zou dit beteken dat er duizenden ensembles werden ontworpen.

Noël Hostens schat dat hij tot op heden, dankzij 20 jaar De Coene-onderzoek, iets meer dan de helft van alle modellen (2.500) heeft kunnen inventariseren, ofte circa 1500 meubelen. "Met het oog op de Monumentendag in De Panne hebben wij uit ons bestand van De Coene meubelen circa 75 stukken  geselecteerd", aldus Noël Hostens. "Dit betekent dat wij vijf procent van de geïnventariseerde De Coene meubelen kunnen tonen."

Een begrip wereldwijd

Jozef De Coene -alais Seppe De Coene- leefde van 1875 tot 1950 en was een meester in de productie van klasrijke meubelen. Hij werd tijdens zijn leven ook wereldwijd erkend als een uitzonderlijke fabrikant. Hij was ook een groot kunstliefhebber. De Kortrijkse meubelen groeiden, vooral tussen de twee Wereldoorlogen, uit tot een begrip dankzij een mix van uitzonderlijk design en kwaliteit. Na Wereldoorlog II werd het bedrijf van Seppe De Coene beticht van collaboratie, wat de neergang inluidde. Over de ware toedracht -collaboratie of niet?- is wetenschappelijk werk gepubliceerd dat nooit volledige opheldering bracht. Tenzij de conclusie: een moeilijke en delicate kwestie.

De Coene zelf bleef verbitterd en tot aan zijn laatste adem zijn onschuld uitschreeuwen en zijn advocaten riepen altijd de term 'morele dwang' in. Op 19 oktober 1950 werd hij begraven in de Kortrijkse Sint-Maartenskerk. Na zijn dood, en meer bepaald per 25 april 1952, werd het opgelegde sekwester op de firma opgeheven en zou het bedrijf onder aanvoering van voorzitter en gedelegeerd bestuurder Pol Provost terug op de rails worden gezet, maar de luister van weleer halen zat er niet meer in.

Typisch aan de Belgische meubelproductie was dat men meubelen in de stijl van die tijd produceerde, maar dat men ook steeds een belangrijke productie in de neo-Europese stijlen aanhield. Hierin waren de meubelproducenten zoals Jozef De Coene zo goed dat buitenlanders hun eigen stijlmeubelen in België kwamen kopen. De Fransen kwamen naar België, in het bijzonder naar De Coene, om hun meubelen in de Louis XV, Louis XVI of Empire-stijl te kopen. De Engelsen kwamen naar België, in het bijzonder naar De Coene, om hun meubelen in de Chippendale, Queen Anne of  Elisabethan-stijl te kopen.