Oostende energietop 23

Oostende bevestigt voor eens en voor altijd zijn Europese roeping als blauwe haven

OOSTENDE - Op maandag 24 april vond in Haven Oostende de Europese top plaats, een initiatief van de Belgische federale regering. De North Sea Summit is een topontmoeting tussen de staats- en regeringsleiders van België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. De Europese leiders willen een tandje bijsteken op het vlak van hernieuwbare energie. Samen met 6 Belgische bedrijven en federaties (Elia, Fluxys, DEME, Jan De Nul, Belgian Offshore Platform en Agoria) ontving Haven Oostende de CEOs van 100 Europese topbedrijven die actief zijn in hernieuwbare offshore energie.

 

 

De North Sea Summit in Oostende is de opvolger van de Deense Esbjerg Conferentie (mei 2022) en heeft de ambitie om van de Noordzee de nieuwe groene energiecentrale van Europa te maken. Door beter samen te werken, te versnellen en in te zetten op innovatie kan de Europese offshore-industrie haar wereldwijde koppositie versterken en sneller bijdragen aan een energiesysteem dat duurzamer, betaalbaarder en onafhankelijker is.
De North Sea Summit in Oostende ontving niet alleen nationale en Europese toppolitici, er werden ook 100 CEO’s van industriële topbedrijven uitgenodigd. De volledige waardeketen was vertegenwoordigd. Het gaat om ontwikkelaars en investeerders van windparken, fabrikanten van windturbines, elektrolysers, funderingen en andere componenten, EPC-aannemers, scheepsexploitanten, vertegenwoordigers van havens en netbeheerders. Ze zijn allen essentieel voor het bouwen, integreren en uitbaten van hernieuwbare offshore energie in ons energiesysteem.
Alle deelnemers samen gingen met de industrie in debat over de toeleveringsketen en competitiviteit, versterkte Europese samenwerking, investeringen in netinfrastructuur, innovatie en de versnelde uitbouw van offshore hernieuwbare energie. Voortbouwend op de conferentie in Esbjerg is er ook aandacht voor de uitbouw van groene waterstof.

Oostende verklaring van de Europese industrie

Haven Oostende ondertekende samen met diverse industriële partners een ‘Offshore Renewable Industry Declaration’. Hierin drukken alle partijen hun steun uit aan de politieke akkoorden die in Oostende worden gesloten. Daarnaast worden er ook een aantal punten opgesomd die dringend aangepakt moeten worden om de economische en technische haalbaarheid van de verwachte opschaling mogelijk te maken en zich klaar te maken voor de toekomst.
Ook in havens en transmissie-infrastructuur zijn grootschalige investeringen nodig. De bottlenecks in de productie van funderingen, kabels, transformatoren, schakelapparatuur moeten weggewerkt worden alsook de beperkte beschikbaarheid van installatie- en andere schepen.
Samen met de industrie wordt in Haven Oostende zo de grootste coalitie ooit opgezet over energie in de Noordzee.

Een groene elektriciteitscentrale op zee

De Noordzee moet dus één grote en groene elektriciteitscentrale worden die 300 miljoen huishoudens moet kunnen voorzien van kilowatts. Onder meer de windmolenparken voor onze kust moeten worden gelinkt aan de gigantische windmolenparken in Denemarken. Nederland en Duitsland zouden zich daar dan ook op aansluiten.

Hoe ons land zijn steentje zal bijdragen, ligt al grotendeels vast. Vandaag zijn er al 399 windturbines operationeel in het Belgische deel van de Noordzee, en daar zal het niet bij blijven. Tegen eind 2027 komt er 45 kilometer ver in de Noordzee een nieuw energie-eiland, genoemd naar prinses Elisabeth. Het eiland wordt gebouwd door de Belgische bedrijven DEME en Jan De Nul, en moet 3,6 GW aan elektriciteit opwekken. Samen met de huidige capaciteit van 2,2 GW brengt dat ons totaal tegen 2030 op 5,86 GW.

Heikel punt is wel dat die energie aan land gebracht moet worden via de Ventilus-verbinding, waarover binnen de Vlaamse regering lang onenigheid is geweest. Daarnaast heeft het energie-eiland ook nog andere functies. Het wordt een centraal punt waar grote elektriciteitsverbindingen met bijvoorbeeld Denemarken en het Verenigd Koninkrijk samenkomen. Zo kunnen de deelnemende landen makkelijk energie delen met elkaar.

Cruciale schakel

Volgens energie-expert Bram Claeys was de top daarom erg belangrijk. “Het is een grote stap vooruit dat de groep landen uitgebreid wordt”, aldus Claeys in Het Nieuwsblad. “Daarnaast is het ook goed dat er over de infrastructuur gepraat wordt. Hoe de verschillende energie-eilanden op termijn geconnecteerd worden, is een belangrijke oefening. Vooral voor het doorstromen van energie vanuit het Verenigd Koninkrijk naar de rest van Europa is ons land een cruciale schakel.”

Volgens Claeys is het belangrijk dat de landen ook afspraken maken over het vergunningskader. En over de veiligheidsmaatregelen rond het energienet. Niemand wil dat er plots een Russisch schip voorbij zo’n energie-eiland vaart. “Daarom is het de bedoeling om ook met de NAVO en de Europese Unie samen te werken om de veiligheid van offshore- en onderwaterinfrastructuur te verhogen en onze inspanningen opvoeren om doeltreffend te reageren op de toenemende traditionele en hybride dreigingen”, lieten de regeringsleiders al vooraf weten.

foto: Mediahuis