Unilin vielsalm 2

Unilin en Aspiravi willen 100 miljoen euro investeren in Ardeense biomassacentrale

WIELSBEKE - Voor de derde maal op rij (eerder al in Oostrozebeke en in Wielsbeke) wil Unilin grof geld bovenhalen om te investeren in een biomassacentrale van de toekomst. Dit maal moet de eigen fabriek in Viƫlsalm daar zijn voordeel bij doen. Aan het dossier hangt een niet onaardig bedrag van ruim 100 miljoen euro, gezamenlijk op te hoesten door Unilin en Aspiravi, dezelfde tandem die ook tekende voor een gloednieuwe groene centrale in Wielsbeke.

De nieuwe energiecentrale moet draaiende worden gehouden op basis van afvalhout. In augustus 2020 maakte Unilin bekend gemaakt dat het 11 miljoen euro wil investeren in zijn fabriek in Viëlsalm. In de jaren negentig werd deze greenfield fabriek door de familie Vanden Avenne (Spanolux) uit de grond gestampt en ze geldt nog altijd als een cruciale factor bij de bevoorrading. De nieuwe en innovatieve productielijn is bestemd voor laminaatvloeren waarvoor Unilin als enige van de sector het Europese ecolabel verwierf. De nieuwe productielijn in de Ardennen moet tegen de herfst van 2021 operationeel zijn. De uitbreiding van de capaciteit was volgens het management Unilin noodzakelijk om de stijgende vraag vanuit de markt te beantwoorden. In Viëlsalm werken vandaag zo’n 300 mensen voor Unilin.

Volgens de krant De Tijd hebben beide partners (Unilin en Aspiravi) nu de vergunningen aangevraagd om de bijhorende energiecentrale te kunnen bouwen. Unilin wil met de opgewerkte megawatts (zo’n 37 MW in totaal) zijn eigen fabriek van energie voorzien, en daarnaast ook het algemene net helpen bevoorraden. In 2024 zou de biomassacentrale kant en klaar moeten zijn.