Kustvisie groepsfoto

Vier West-Vlaamse havens onderwerp van onderzoek horizon 2100

OOSTENDE - Het cocreatie onderzoekstraject Kustvisie van de Vlaamse overheid werd zopas succesvol afgerond. Meer dan 90 stakeholders onderzochten hoe de kust de komende 100 jaar blijvend kan beschermd worden tegen overstromingen uit zee. Er wordt nagegaan wat er moet gebeuren met de strandzones maar ook welke toekomst de West-Vlaamse havens hebben. Voor elk van de vier kusthavens blijven er per haven twee tot vier alternatieven over. Deze alternatieven vormen het startpunt om de komende twee jaar een definitief Vlaams strategisch beleidsplan op te maken. In overleg met alle stakeholders.

Volgens Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken kan er nu echte werk gemaakt worden van de bescherming van de kust op de lange termijn beschermen. Er werd daarbij ook specifiek gekeken naar wat de havens te wachten staat. Er werd ook rekening gehouden met de aansluiting van onze kuststroken richting Nederland en Frankrijk.

De haven van Zeebrugge zal sowieso een open toegang tot zee moeten behouden, zo luidt de voorlopige conclusie. Dit is het enige redelijke alternatief voor de voorhaven van Zeebrugge. In de voorhaven van Zeebrugge zullen de komende decennia wel veel werken moeten gebeuren. Een eerste ophoging van de strekdammen en kades moet allicht vóór 2060 gebeuren. Gezien de enorme oppervlakte van de voorhaven zal dit de komende decennia stapsgewijs aangepakt worden. Er wordt ook specifieke aandacht gevraagd voor de jachthaven in Zeebrugge. Om de jachthaven vanaf 40 centimeter zeespiegelstijging te blijven beschermen, lijkt de aanleg van een stormvloedkering de beste optie. Maar ook de aanleg van een sluis is een nog verder te onderzoeken optie. Een definitieve keuze is wellicht tegen 2040 nodig, de aanleg ervan is wellicht nodig vóór 2060. Pas als de zeespiegelstijging meer dan twee meter zou bedragen, zijn daarna nieuwe maatregelen nodig.

Oostende, Blankenberge en Nieuwpoort

Wat de haven van Oostende betreft, zal er tussen 2030 en 2050 ofwel een verdere ophoging rondom de hele haven nodig zijn, ofwel de aanleg van een stormvloedkering of een sluis in de voorhaven. Indien voor een sluis wordt gekozen zullen de strekdammen zo’n 800 meter langer gemaakt moeten worden. De Stad Oostende, de Haven van Oostende en de Vlaamse overheid zullen voor 2030 samen verdere stappen moeten zetten om ten laatste tegen 2030 een beslissing hierover te kunnen nemen. Afhankelijk van de gekozen oplossing zijn daarna pas vanaf +1 m of vanaf +2 m zeespiegelstijging nieuwe maatregelen nodig.

Ook in Blankenberge liggen nog diverse alternatieven op tafel. En ook hier dient ten laatste tegen 2030 een keuze gemaakt te worden, zodat de realisatie hiervan tussen 2030 en 2050 kan plaatsvinden. Vanuit het co-creatie onderzoekstraject wordt ingeschat dat een bescherming met behulp van een stormvloedkering het meest wenselijke alternatief is. Maar ook de aanleg van een sluis is een nog verder te onderzoeken optie. Pas tegen +2 m zeespiegelstijging zijn daarna nieuwe maatregelen nodig.

Nieuwpoort staat nu al het verst, dankzij de bouw van een stormvloedkering in de havenmond, waar nu al enkele jaren aan gewerkt wordt en de komende jaren onverminderd wordt verder gezet. Deze zal de haven en het achterliggend gebied beschermen tot een zeespiegelstijging van 80 centimeter.