Werk IPA

Voka juicht sociale vrede toe maar blijft structurele hervormingen vragen

KORTRIJK - Voka West-Vlaanderen neemt nota van het akkoord dat afgelopen nacht tussen sociale partners is bereikt. Niets staat de regering nog in de weg om de maximale loonmarge voor de komende jaren vast te leggen in een koninklijk besluit, rekening houdend met onze concurrentiepositie: maximaal 0,4% loonstijging bovenop de automatische indexering van 2,8%. “Dit akkoord mag misschien wel de sociale vrede bewaren, het lost de problemen op de arbeidsmarkt niet op want het akkoord staat broodnodige structurele hervormingen in de weg”, aldus Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka West-Vlaanderen.

Van nu af aan kan alle energie naar de relance van onze economie gaan, vindt Voka. De crisis had amper impact op de West-Vlaamse arbeidsmarkt, integendeel. De arbeidsmarktkrapte blijft immens: eind mei waren er nog steeds meer dan 20.000 vacatures binnen de West-Vlaamse ondernemingen, terwijl het aantal werkzoekenden terug op een historisch laagtepunt staat (4.3%).  Er moet nu dus ook werk gemaakt worden van een activeringsbeleid en van de noodzakelijke arbeidsmarkthervormingen op maat van elke regio.

Kritische kijk

Voor Voka West-Vlaanderen was het cruciaal dat de leeftijd voor SWT niet werd verlaagd. Die blijft behouden op 60 jaar. “We moeten de krapte op de arbeidsmarkt met alle middelen aanpakken, dan past het niet om mensen vroeger met pensioen te sturen, loopbanen verkorten zou het verkeerde recept zijn”, zegt Bert Mons. “We zullen wel kritisch toezien op het systeem van landingsbanen waarbij mensen vanaf 55 jaar minder zullen kunnen gaan werken. Die leeftijdsgrens ligt vandaag op 60 jaar. Werknemers van 55 jaar en ouder die minder willen gaan werken, moeten ter compensatie dan wel langer aan de slag blijven. Anders levert deze maatregel geen positief effect op en wordt er niet langer gewerkt.”

Flexibele overuren

Voka West-Vlaanderen is wel tevreden dat alle sectoren flexibeler kunnen omspringen met overuren. De coronaregeling die voor enkele sectoren werd uitgewerkt, wordt veralgemeend. Dit moet de economische relance ondersteunen.

“De verhoging van de minimumlonen betekent een meerkost voor de bedrijven”, besluit Bert Mons. “Om de verhoging zowel voor werkgevers als werknemers interessant te houden, rekenen we op een voordelige behandeling van deze verhoging fiscaaltechnisch en inzake sociale zekerheidsbijdragen. Deze verhoging zal evenwel niet leiden tot meer jobs en een hogere activiteitsgraad wat toch de ambitie is van deze regering.”