De beruchte loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt langzaam maar zeker dichtgereden. In Nederland is de omslag, althans bij jongere vrouwen, intussen een feit. Volgens nieuwe gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek verdienen vrouwen in Nederland tot hun dertigste meer dan mannen in dezelfde leeftijdsgroep. In overheidsfuncties zelfs tot hun zesendertigste. Dat komt volgens het CBS omdat vrouwen over het algemeen hoger opgeleid zijn dan mannen en daarom instromen en doorstromen naar jobs met een hoger salaris.
Goed nieuws dus voor vrouwen, althans voor jongere, want in de oudere leeftijdscategorieën blijft het voordeel voor de mannen nog altijd bestaan. Dat komt omdat vrouwen er uiteindelijk nog altijd, meer dan mannen, voor kiezen om parttime te gaan werken, zeker wanneer ze kinderen krijgen.
Ook in ons land zien we dezelfde trend, maar toch hinken we nog wat achterop in vergelijking met Nederland. Dat blijkt uit het rapport over de loonkloof van 2015 van de federale overheid. Bij jongere vrouwen tussen 25 en 34 jaar is de loonkloof het kleinste. Ze verdienen 4% minder dan hun mannelijke collega’s. Globaal genomen, dus over de hele Belgische economie gemeten, verdient een vrouw per werkuur gemiddeld 8% minder dan een man. In 2010 bedroeg dat cijfer nog 10%. De loonkloof neemt wel toe met de leeftijd, die trend is ook in Nederland te zien.
Zoals bekend is de belangrijkste reden van deze kloof de deeltijdse arbeid. Vrouwen kiezen er ook in ons land nog altijd meer dan mannen voor om deeltijds te gaan werken, om voor de kinderen of om voor iemand anders te gaan zorgen. Maar het algemene plaatje geeft dus wel een gunstige evolutie voor de vrouwelijke werknemer te zien.