Akkoord bij Van Hool Foto: Joren De Weerdt

Bijna twee maanden na overname nog altijd stilte in Koningshooikt, waarom verloopt de overname van Van Hool zo moeilijk?

Het is nog steeds stil in Koningshooikt. Begin april werd busbouwer Van Hool overgenomen door het Zuid-Afrikaanse GRW en het Nederlandse VDL, maar ondanks de ambitie om begin juni op te starten, is er eind mei nog maar weinig schot in de zaak. Hoe komt dat?

Een maand geleden zei Gerhard van der Merwe, CEO van GRW, in een persbericht dat zijn bedrijf tegen begin juni volledig operationeel wilde zijn op de Van Hool-site. Er zouden dan “tot 350 mensen” kunnen werken en nieuwe bestellingen aangenomen kunnen worden, maar die deadline lijkt de Zuid-Afrikaanse truckbouwer niet te halen. Ook het Nederlandse VDL, dat de busafdeling van Van Hool wou overnemen, is nog steeds niet actief op de site in Koningshooikt.

Sociale onderhandelingen

Voor GRW ligt de oorzaak van de vertraging bij de sociale onderhandelingen rond de werknemers van Van Hool, schrijft Gazet van Antwerpen. Volgens de socialistische en christelijke vakbonden lopen de gesprekken met het Zuid-Afrikaanse bedrijf stroef. Het probleem is niet zo zeer het loon van de werknemers, klinkt het, maar wel vakantiedagen en extra legale voordelen. GRW is volgens de vakbonden terughoudend om de werknemers hetzelfde aantal vakantiedagen als voorheen te geven. Ook over extra legale voordelen zoals groepsverzekering is nog lang geen akkoord.

Lees ook: Akkoord bij Van Hool: VDL Groep en Schmitz Cargobull maken doorstart met restanten van failliete busbouwer

De vakbonden benadrukken wel dat ze elke week in overleg gaan met GRW en dat het logisch is dat het bedrijf tijd nodig heeft om zich te warmen naar de Belgische situatie. Het is namelijk de eerste keer dat GRW een vestiging opent in ons land.

Goedkeuring voor VDL

Langs Nederlandse kant was het dan weer wachten op goedkeuring van alle mededingingsautoriteiten die betrokken zijn bij de overname. In België en Nederland waren die al snel na de overname op zak, maar het bleek een moeilijker verhaal in Oostenrijk en Noord-Macedonië, waar VDL de fabriek van Van Hool ook wil overnemen. Sinds maandag 27 mei heeft VDL ook die toestemmingen op zak, meldt Jeroen Pinoy, curator van Van Hool.

“Eind deze week kan alles rond zijn”, zegt Pinoy aan Belga. “Dat is althans het streefdoel. Nu zijn het enkel nog punten en komma’s, al zijn die juridisch niet onbelangrijk natuurlijk.”

Lees ook: RECONSTRUCTIE. Van een bedrijf in crisis tot de overname: zo verliepen de afgelopen woelige weken bij Van Hool

Ook met de toestemmingen van de mededingingsautoriteiten op zak, is het nog niet zeker dat VDL bussen en autocars zal bouwen in Koningshooikt, schrijft Gazet van Antwerpen. Bij de Nederlandse busbouwer wordt nu eerder gesproken over het fabriceren van onderdelen die gebruikt worden in andere VDL-fabrieken. Het gaat dan niet noodzakelijk over busonderdelen, maar bijvoorbeeld ook over masten voor mobiele telefonie. VDL zou wel nog steeds 300 tot 600 mensen te werk willen stellen op de site van Van Hool.

CIM Capital

Tot slot liep er ook nog een rechtszaak rond de hele overname saga. Dinsdag kwam er een uitspraak in de zaak die investeringsfonds CIM Capital had aangespannen tegen de curatoren van Van Hool. Het fonds, dat werd opgericht door Marc Van Hool (kleinzoon van fabrieksoprichter Bernard Van Hool) , vindt dat het geen eerlijke kans heeft gekregen om de afdeling industriële voertuigen van Van Hool over te nemen. Het stelt ook dat zij meer jobs (550 om precies te zijn) zouden behouden hebben dan huidig overnemer GRW.

Lees ook: Investeringsmaatschappij van Marc Van Hool start juridische procedure om verkoop Van Hool ongedaan te maken

De rechtbank wees het verzet van CIM Capital intussen af. CIM Capital beriep zich voor het verzet op “procedurefouten, waarbij andere bieders geen enkele kans kregen, geen toegang kregen tot bedrijfsinformatie en er oneigenlijk gebruik werd gemaakt van het insolventierecht”. Maar, de rechtbank heeft in kort geding de vorderingen van de eisende partijen afgewezen.

Volgens de ondernemingsrechtbank maakte CIM Capital gebruik van een wet die schuldeisers de mogelijkheid geeft om in kort geding een ‘curator ad hoc’ aan te stellen. Die zou dan in theorie aan de rechtbank kunnen vragen om de verkoop te verbieden. “De rechtbank stelde vast dat twee van de drie eisende partijen geen schuldeisers zijn, zodat zij deze vordering niet kunnen instellen”, duidt de rechtbank de beslissing.