made Rudy Aernoudt. Foto: Joris Herregods

COLUMN. “Wanneer werken nauwelijks loont ten opzichte van een uitkering, zou het een verschil uitmaken als die worden stopgezet na zekere tijd”

Rudy Aernoudt is professor, schrijver, filosoof, econoom en columnist. Elke maand kruipt hij minstens één keer in zijn pen om een kritische column te schrijven voor alle regio's van Made in.

De verkiezingen hebben geleid tot een aardschok, vooral in Wallonië. Voor het eerst in decennia is er daar een blauw-oranje coalitie mogelijk. Beide overwinnaars in Wallonië, MR en les engagés, pleiten voor een beperking van de werkloosheidsuitkering in de duur. Als dit effectief zou gebeuren, dan zouden ook de transfers naar Wallonië verdampen. Hoe zit dat precies?

Lees ook: COLUMN. “Partijbeloften zijn er om stemmen te winnen, maar ook daar komt de KMO slechts heel beperkt aan bod”

De transfers naar Wallonië zijn voor 90% te wijten aan het feit dat er in Wallonië meer niet-werkenden zijn dan in Vlaanderen. De werkgelegenheidsgraad bedraagt er 65,5% tegenover 76,6% in Vlaanderen. Het Europees doel is dat 80% van de 18 tot 65-jarigen aan het werk zouden zijn. Om de 80% te bereiken dienen 550 000 inactieven deel te nemen aan de arbeidsmarkt. De visvijver is daarbij de 300 000 werklozen en de 500 000 lange termijn zieken?

Budgettaire impact

Een werkloze die werk vindt, brengt gemiddeld 33.500 euro in het laatje. De gemiddelde jaarlijkse kostprijs van een werkloze is immers 21.000 euro (15.000 werkloosheidsvergoeding en 6.000 euro activeringskosten en administratief beheer). Als we ervan uitgaan dat de werklozen een job wordt aangeboden aan een bruto-uurloon van 14 euro (onderschatting), levert dat 12.500 euro opbrengsten aan de overheid onder de vorm van werkgevers- en werknemersbijdrage en inkomstenbelasting.

Stel dat via een maatregel de werkloosheid wordt beperkt in de duur tot twee jaar – wat nog ver boven het Europees gemiddelde is – dan zouden de 150.000 werklozen van ons land die reeds langer dan twee jaar werkloos zijn, begeleid worden naar de arbeidsmarkt. Het feit dat de werkloosheidsuitkeringen stoppen na twee jaar, is natuurlijk een bijkomende motivatie om te gaan werken. De VDAB zou deze doelgroep als prioritair moeten behandelen. Als deze 150.000 mensen aan het werk kunnen worden gezet, levert dat een opbrengst op van vijf miljard.  Stel dat we, binnen een paar jaar, aan de 80% geraken – iets wat reeds het geval is in West- en Oost-Vlaanderen – en we er dus in slagen 550.000 mensen meer aan het werk te zetten, dan leidt dat tot 18,5 miljard bijkomende inkomsten voor de overheid. Dat betekent dat er geen begrotingstekort meer zou zijn.

“Stel dat we er binnen een paar jaar in slagen 550.000 mensen meer aan het werk te zetten, dan leidt dat tot 18,5 miljard bijkomende inkomsten voor de overheid.”

Rudy Aenoudt

Realistisch?

Wel, ten eerste zien we dat heel wat Europese landen de 80% reeds hebben bereikt. Tevens zien we in de ons omringende landen, die allemaal een beperking hebben van de werkloosheidsduur in de tijd, dat veel werklozen werk vinden net voor de termijn afloopt. Dat is menselijk. Vooral in een land zoals België waar werken, zeker voor de lagere lonen, nauwelijks loont ten opzichte van de uitkering, zou het wel degelijk een verschil uitmaken als de uitkeringen worden stopgezet na zekere tijd. Dan zouden werklozen alles in het werk stellen, inclusief werken over de taalgrens of opleiding volgen, om een job te vinden. Mensen die niet kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld wegens ziekte, worden natuurlijk niet aan hun lot overgelaten. Maar dat behoort tot sociaal beleid, en niet tot arbeidsbeleid. We mogen de twee niet door elkaar mengen.

Gevolgen

Als we erin zouden slagen dat werkloosheid een tijdelijk fenomeen wordt, en dat 80% van de actieve bevolking aan het werk is, dat zou dat het begrotingstekort stelpen. Maar daarnaast zouden ook de transfers naar Wallonië voor 90% verdampen. Bovendien zou het, mits de nodige om- en bijscholing, kmo’s helpen om hun vacatures in te vullen. Zowel in Wallonië als in Vlaanderen kampen de kmo’s met tekort aan arbeidskrachten. Vlaanderen is trouwens de regio in Europa met de hoogste vacaturegraad ten opzichte van het aantal werklozen. Kortom, een unieke opportuniteit die we niet mogen missen en die, door de manier waarop de kiezer de kaarten door elkaar heeft geschud vooral in Wallonië, tot realpolitik behoort.