De productie bij Ford Genk heeft woensdag een aantal uren stilgelegen door een werkonderbreking bij de grootste toeleverancier SML. Een deel van de werknemers wil met terugwerkende kracht extra betaald worden voor de dagen waarop ze door de werkgever werden opgevorderd om te komen werken.
Het zit zo: Het principe van economische werkloosheid dat in België bestaat, laat toe dat werknemers gaan stempelen als er tijdelijk, om economische redenen geen werk is. Ford en vele andere bedrijven maken daar erg veel gebruik van om de dalen in de verkoop op te vangen en het personeel (voorlopig) aan boord te houden. Gelijktijdig met Ford liggen dan ook de toeleveranciers stil. Maar soms was er in bepaalde afdelingen wel werk op die dagen, bijvoorbeeld waar de ruiten gemaakt worden bij SML. Die afdeling (SML 22 genoemd) is immers niet met de conveyor verbonden. Zo heeft SML dus de mensen van die afdeling laten werken op dagen dat anderen economisch werkloos waren. Wie toch thuis wou blijven, diende een verlofdag op te nemen. Dat is de wet: weigeren is verboden.
Nu is het zo dat SML vorige maandag, waarop ook economische werkloosheid was, voor 3 uren enkele tientallen mensen nodig had om de buffer te vullen in de andere hallen aan de conveyor (SML 23). Er waren aanvankelijk weinig werknemers bereid, maar uiteindelijk vonden ze toch voldoende vrijwilligers om te komen werken. SML heeft hen als dank een hele dag betaald voor 3 uren werk, met bovendien recup voor de gewerkte uren.
En dat is de werknemers van de glasafdeling (SML 22) in het verkeerde keelgat geschoten. Zij eisen nu met terugwerkende kracht een bijbetaling van de dagen waarop zij hebben moeten werken, terwijl hun collega’s economisch werkloos waren, en willen tevens de schrapping van de opgenomen verlofdagen.
Eisen die niet overal als realistisch worden bestempeld. Maar intussen is het kwaad geschied en loopt de schade door deze actie in de honderdduizenden euro.