Van Impe_Wout_B_001

Opinie: “Ons leiderschap is gebaseerd op wantrouwen”

We ontvingen nog een straffe opinie, deze keer van Wout Van Impe, Partner & Director van Mercuri Urval. Hij vertaalt het huidige beleid rond de coronamaatregelen naar de diverse leiderschapsstijlen die hij als HR-dienstverlener terugvindt in organisaties.

“Vanuit leiderschapsperspectief is het interessant om ons politiek beleid te volgen”, zegt hij. “Het is om ter strengst. Een bijna macho-opbod, tegen elkaar op. Men voert beleid met als uitgangspunt een zeer negatief mensbeeld. België als kostschool uit jaren ’50. De NMBS die gedwongen wordt treinen te schrappen, en daarmee ook mensen treft die om andere redenen een trein nemen dan om pootje te baden. Er is een opbod in de verplichting van mondmaskers, zelfs op de meest absurde plaatsen in open lucht. Avondklok. Recreatiedomeinen die dicht gaan omdat er 10 man keet schopt. Een verbod om als koppel te winkelen. Allemaal voorbeelden van een zwaktebod en machteloosheid in plaats van sterk leiderschap. Net zoals bedrijven lang hebben verboden dat hun werknemers van thuis uit, in hun home office gingen werken, uit schrik dat misschien iemand zijn gazet zou lezen om 9u15…”

“De vraag is: hoe ondergraaf ik het draagvlak voor dit beleid? Het contrast met Nederland en Duitsland is groot: daar appelleert men op verantwoordelijkheid, grijpt men gerichter in waar nodig. En vooral: het resultaat is hetzelfde. Dat in contrast met het Belgische beleid, dat gebaseerd is op wantrouwen in plaats van vertrouwen. En waarbij men 99% van de inwoners nodeloos irriteert. Arme leiderschapscultuur. Maar men voelt zich sterk en stoer, op de borst kloppend over de eigen daadkracht. Ondertussen gaat half Vlaanderen shoppen in Nederland en Duitsland…”

Wout Van Impe pleit voor een ander politiek beleid: “Net zoals een goed HR-beleid nooit gebaseerd mag zijn op diegenen die er kantjes van af lopen (wat een vaak terugkerende fout is in de HR), zou de politiek zich beter richten op de beste mensen, op de ‘doorsnee goede burger’. Uiteraard moet er ingegrepen worden waar nodig, maar de focus moet op het positieve liggen. Anders oogst je wat je zaait: een grote frustratie bij de goede medewerkers, in dit geval de ‘goede’ burgers. En dat is gewoon nefast.”