Uitvaarten André Lenchant 4 Foto: Ward Bosmans

Afscheid nemen van je dierbare met motorhelm of benzinetank als urne: “Elke plechtigheid is tegenwoordig uniek”

BREENDONK - BOOM - RUISBROEK - NIEL - AARTSELAAR - In deze periode van het jaar staan we vaker dan gewoonlijk stil bij dierbaren die overleden zijn. Door de jaren heen is ook het rouwproces veranderd en uitvaarten zijn veelal niet meer zo traditioneel als decennia geleden. Van een motorhelm als urne tot een benzinetank.

Is het jou ook al opgevallen hoe afscheid nemen en rouwen de afgelopen decennia veranderd zijn? Terwijl vroeger alles volgens de geldende tradities moest lopen, is er nu haast geen standaardscenario meer voor uitvaarten. Onze reporter ging zijn oor te luisteren leggen bij Marc Faresyn van Uitvaarten André Lenchant, één van de grootste uitvaartondernemers uit Klein-Brabant en de Rupelstreek.

Geen vitrine met kisten en marmeren grafstenen, maar wel een uitbundig in het zonlicht badende winkel vol met prachtige bloemen, originele urnes waarvan je denkt dat het een kunstwerk is en originele herinneringsjuweeltjes. Niet meteen wat je je voorstelt bij een begrafenisondernemer. Wat wel strookt met de verwachtingen zijn de mensen die ons ontvangen. Allemaal strak in het pak, heel beleefd en voorkomend.

Zaakvoerder Marc Faresyn (56) neemt ons mee naar een zaaltje. Er staat een tafel met zes stoelen. De tafel is gedekt met een wit damasten tafelkleed, de muren van de ruimte zijn sober blauwgrijs. Het is de ruimte waar Marc of zijn collega’s de nabestaanden ontvangt om de uitvaart te bespreken. Aan deze tafel vloeien wellicht dagelijks nogal wat tranen. “Al twee keer voor jullie hier waren”, bevestigt Marc.

Of hij altijd al begrafenisondernemer wilde worden? “Nee, helemaal niet. Ik heb in een chemisch bedrijf in de haven van Antwerpen gewerkt. En ik ben zeven jaar lang uitbater geweest van discotheek La Luna in Vrasene. In 2000 ben ik mijn job in de haven beginnen te combineren met de uitvaartsector. Het contrast tussen een discotheekuitbater en een uitvaartondernemer lijkt groot, maar eigenlijk gaat het bij de twee over het organiseren van evenementen.”

 

Koningin Fabiola

Ondertussen verzorgt Uitvaarten André Lenchant enkele honderden begrafenissen per jaar, voornamelijk in Klein-Brabant en de Rupelstreek, maar evengoed in de rest van België. Door corona was er de afgelopen jaren een oversterfte. Volgens Marc zal het aantal doden blijven stijgen tot ongeveer 2040 à 2045. Dan zullen de meeste mensen die geboren zijn in de ‘babyboom’ van de jaren 60, overleden zijn. Daarna verwacht hij een daling.

“Het klopt dat alles enorm geëvolueerd is de afgelopen decennia. We waren heel vooruitstrevend toen we hier in de jaren 90 een funerarium en een kleine aula openden. De overledenen lagen toen meestal nog in een mortuarium van een ziekenhuis. Tegenwoordig heeft ongeveer iedere begrafenisondernemer een eigen mortuarium met een aula. Kan je je voorstellen dat vroeger de familie van een overledene tot zes maand na de begrafenis in het zwart gekleed liep. Sinds koningin Fabiola in het wit gekleed was tijdens de uitvaart van koning Boudewijn is dat helemaal veranderd. Dat was een echt kantelpunt. In Wallonië houdt men echter nog meer vast aan de tradities.”

Ook het aantal crematies is stelselmatig gestegen. “Kort na de Tweede Wereldoorlog liet bijna niemand zich cremeren. Er was toen nog teveel de connotatie met de uitroeiingskampen van de nazi’s. Tegenwoordig nemen de crematies een aandeel van 75% in. Ook de kerkelijke begrafenissen verminderen. 60% van de afscheidsvieringen vindt plaats in een aula in plaats van in de kerk”, weet de begrafenisondernemer ons te vertellen.

Euthanasie

Terwijl Marc vroeger vrijwel altijd moest overleggen met de nabestaanden over hoe de begrafenis zou verlopen, doet hij dat nu wekelijks met iemand die nog niet gestorven is. “Dat heeft te maken met de evolutie in de palliatieve zorg en de euthanasiewetgeving. Er zijn heel wat mensen die hun eigen begrafenis tot in de puntjes willen voorbereiden. Sommigen laten weken voor hun dood al brieven drukken met hun sterfdatum erop. Wat ook stilaan gegroeid is dat mensen van andere religies, zoals joden of moslims, hun eigen begrafenisondernemers hebben.”

Een job als begrafenisondernemer is niet voor iedereen weggelegd. Je komt in een werkomgeving terecht waar er maar weinig plaats is om te lachen en te feesten. “Of je niet een beetje een speciale mens moet zijn in deze sector”, herhaalt Marc de vraag. “Als ik personeel aanwerf, dan kijk ik niet naar de diploma’s. Ik let op de manier hoe ze binnenkomen en hoe ze spreken tegen mij. Een beetje organisatietalent is altijd meegenomen.”

Na een hele dag niet te hebben gelachen en naar emotionele mensen te hebben geluisterd, moet het niet makkelijk zijn om dat ’s avonds allemaal achter je te laten. “Let op, er zijn ook families waar ze blij zijn dat iemand is overleden. Maar wij moeten natuurlijk altijd integer blijven. Vaak komen we bij dezelfde families terecht waardoor je de mensen goed leert kennen. Vooral als het over overleden kinderen gaat, is het moeilijk om alles achter je te laten. Ik heb gelukkig collega’s waar ik mee kan babbelen. En om mijn hoofd vrij te maken ga ik ’s avonds vaak lopen.”

 

Helm-urne

Wanneer we door de winkel wandelen, zien we de meest speciale urnes. Eentje in de vorm van een motorhelm en een benzinetank. Maar ook prachtige kunstwerkjes en herdenkingsjuweeltjes waarin je een beetje assen van je dierbare kan bewaren. Ook de afscheidsvieringen zelf evolueren.

“Ik heb wel eens een afscheidsviering gedaan bij iemand in zijn tuin met zicht op de oude Schelde. Maar ook in onze auditoria kunnen we alles doen op het vlak van muziek (live of elektronisch) en projecties. We hebben zelfs onze eigen technieker in dienst. Elke plechtigheid is tegenwoordig uniek. Vaak raakt mij dat ook persoonlijk. Dat is niet erg. Zolang ik iets voel tijdens de uitvaarten die ik organiseer, blijf ik het doen. Voel ik geen emotie meer, dan is het tijd om te stoppen. Ik wil de mensen een mooi afscheid geven. Dat begint al van als we de telefoon opnemen. We besteden bijvoorbeeld ook extra zorg aan de opmaak van een overledene voor een opbaring. Diegene die dat in Breendonk doet is zelfs een kapper. Dat aspect is een van de allerbelangrijkste in onze job.”

 

Uitvaarten André Lenchant

Opgericht door: André Lenchant

2002: Marc Faresyn stapt mee als partner in de zaak

Eerste vestiging: in de Tuyaertsstraat in Boom (met funerarium en aula). Daarna volgden er nog vestigingen in Niel, Breendonk (Stevens-Lenchant met funerarium), Ruisbroek, Aartselaar.

Personeel: Acht mensen vast in dienst en een poule van een veertigtal losse medewerkers (dragers, autowassers, poetsdames, …)