De beslagrechter is maandag niet ingegaan op het verzoek van taximaatschappij Taxis Verts om Uber dwangsommen te laten betalen wegens oneerlijke concurrentie. De strijd tussen beide bedrijven speelt zich onder meer af aan de luchthaven in Zaventem.
De Nederlandstalige beslagrechter in Brussel heeft de vraag van Taxis Verts verworpen om taxibedrijf Uber de dwangsommen te laten betalen die werden bepaald door de Brusselse handelsrechtbank bij niet-toepassing van vonnissen.
Diverse taxibedrijven spanden in 2015 een rechtszaak aan tegen Uber wegens oneerlijke concurrentie. Uber bood een betalende maar alternatieve taxidienst aan. In september van dat jaar oordeelde de handelsrechtbank van Brussel dat de betalende dienst van autodelen tussen burgers onwettig is. Er werd een dwangsom van 10.000 euro per vastgestelde inbreuk bepaald, met een maximum van 1 miljoen euro.
Uber ging in beroep tegen die uitspraak maar werd ook daar in het ongelijk gesteld. Het bedrijf kon niet anders dan de app UberPop op te schorten. Taxis Verts was ook nadien van oordeel dat de Amerikaanse onderneming in onwettigheid verkeert, door andere applicaties.
Het gaat onder meer om UberX, een toepassing die professionele chauffeurs in contact brengt met klanten. Uber betwist die aantijding. Taxis Verts stapte vorige maand naar de beslagrechter maar die ging dus niet in op het verzoek om de dwangsommen te laten betalen.
Taxis Verts biedt een kostenefficiënte manier om naar de luchthaven van Zaventem te reizen. Het gebruikt daarvoor meer dan 500 taxi’s, allemaal uitgerust met een betaalkaartsysteem, en ongeveer 150 bestelwagens.